De nieuwste peiling van EenVandaag/Verian zet de politieke gemoederen op scherp. De PVV van Geert Wilders stijgt van 31 naar 34 zetels, terwijl BBB zou halveren van 4 naar 2 zetels en FVD zakt van 5 naar 4. Twee dagen eerder constateerde Maurice de Hond juist “duidelijk momentum” voor FVD. De uiteenlopende uitkomsten van verschillende bureaus voeden de discussie: hoe betrouwbaar en vergelijkbaar zijn peilingen nog?
Wat staat er in de peiling
Volgens de peiling van 21 oktober 2025 blijft de PVV de onbetwiste grootste partij, met een plus van drie zetels ten opzichte van de voorgaande meting. Tegelijk laat dezelfde peiling een forse teruggang zien voor BBB, dat van vier naar twee zetels zou dalen. FVD levert één zetel in, van vijf naar vier. Het onderzoek is uitgevoerd onder 1473 respondenten; EenVandaag/Verian rapporteert een foutmarge van 1 tot 2 zetels. Opvallend is dat de gemeten verschuiving bij BBB buiten die foutmarge valt, wat wijst op meer dan alleen statistische ruis.
Discussie over methode
Peilingen zijn momentopnames, gebaseerd op steekproeven en wegingen. Verian noemt het onderzoek representatief. Toch roepen enkele elementen vragen op. De omzetting van stemmen naar zetels gebeurt met modellen waarin aannames over opkomst, zwevende kiezers en partijkeuze zwaar wegen. Als meerdere factoren tegelijk bewegen, kan de uitkomst sterk variëren. Bovendien zijn foutmarges vaak per partij verschillend, afhankelijk van de omvang van de achterban en de spreiding in de data. Dat verklaart waarom sommige bewegingen binnen de marge vallen (zoals -1 zetel bij FVD) en andere opvallender zijn (zoals -2 zetels bij BBB).
Daarbij komt dat peilers verschillende panels, wervingsmethoden en weegvariabelen hanteren. Kleine verschillen in vraagstelling of timing kunnen grote gevolgen hebben voor de zetelverdeling, zeker in een versnipperd landschap. Transparantie over deze keuzes helpt om de uitkomsten te duiden, maar volledig vergelijkbaar zijn peilingen zelden.
Timing en debat
De meting vond plaats na het RTL-debat van zondag. Wilders nam niet deel; Caroline van der Plas evenmin. Toch ziet de peiling een stijging voor de PVV en een daling voor BBB. Dat lijkt op het eerste gezicht tegenintuïtief, maar er kunnen verklaringen zijn. Media-aandacht in de dagen voorafgaand aan het debat, zichtbaarheid via andere kanalen en campagne-accents kunnen de peiling beïnvloed hebben. Daarnaast reageren kiezers niet altijd direct op een enkel debatmoment; soms lopen effecten vertraagd of via bredere sentimenten in de weken ervoor.
Verschil tussen bureaus
De contrasten met andere peilers vallen op. Maurice de Hond (Peil.nl) signaleerde kort daarvoor juist groei voor FVD. I&O Research en andere bureaus herkennen regelmatig trends, maar niet altijd gelijktijdig. Dat kan meerdere oorzaken hebben: verschillende veldwerkperiodes, afwijkende vragenlijsten, andere ‘house effects’ in wegingen en uiteenlopende zetelmodellen. Ook de respons van zwevende kiezers – die soms pas laat een voorkeur aangeven – kan per panel verschillen. Het resultaat: peilingen die op korte termijn tot uiteenlopende conclusies leiden.
Kritische volgers waarschuwen dat peilingen niet alleen meten, maar ook de beeldvorming kunnen sturen. Partijen die stijgen, krijgen vaak extra media-aandacht, waardoor het gevoel van momentum ontstaat. Partijen die dalen, moeten harder werken om in beeld te blijven. Daarom klinkt met regelmaat de oproep om peilingen zorgvuldig te interpreteren en niet te zien als voorspelling, maar als signalen die om context vragen.
Onzekere kiezer
Een belangrijk gegeven uit de peiling is dat 47 procent van de kiezers nog twijfelt. Bijna de helft van het electoraat is dus onbeslist. In zo’n klimaat kunnen zetelprojecties van week tot week aanzienlijk schommelen. Historische voorbeelden – zoals de snelle opmars van de PVV in 2023 – laten bovendien zien dat een kortstondige dynamiek in de laatste campagneweken grote impact kan hebben op de uitslag. Dat maakt de huidige stand van de peilingen informatief, maar verre van definitief.
Wat betekent dit voor de campagne
Voor de PVV bevestigt de peiling de rol als grootste partij, met een voorsprong die het narratief van ‘leiding in de race’ versterkt. Voor BBB is de geschetste terugval een signaal om de boodschap aan te scherpen en de band met de achterban – boeren, ondernemers en plattelandskiezers – zichtbaar te houden. FVD krijgt gemengde signalen: groei in sommige metingen, een min in deze. Dat wijst op een electoraat dat gevoelig is voor actualiteit en positionering rond thema’s als EU, globalisering en mediavrijheid.
Strategisch draait het de komende weken om twee zaken. Ten eerste: de strijd om de zwevende kiezer, die in omvang ongewoon groot is. Ten tweede: het vasthouden of juist creëren van momentum. Peilingen spelen daarin een rol omdat ze mediavolgers richting geven. Tegelijk ligt er een risico: partijen die te veel sturen op de waan van de peiling, verliezen inhoudelijke scherpte. Inhoudelijke profilering en een consistent verhaal zijn in een gefragmenteerd landschap vaak bepalender dan één goede peilingsweek.
Kritiek en belangen
De scherpe reacties op de EenVandaag/Verian-cijfers gaan deels over de vraag wie baat heeft bij een bepaald beeld. Observatoren op rechts spreken van een neiging om de ‘rechtse golf’ te temperen; anderen wijzen erop dat de PVV ook in deze peiling ruimschoots de grootste blijft en dat de kernvraag vooral gaat over de onderlinge verhoudingen daarachter. Wat vaststaat: methodologische keuzes en timing kunnen het plaatje kleuren. Meer openheid over weging, panelopbouw en zetelmodellen zou helpen om vertrouwen te versterken en verschillen tussen bureaus beter te begrijpen.
Voor kiezers blijft het verstandig om meerdere bronnen te raadplegen. Wie de ontwikkelingen volgt via diverse peilers en let op langere lijnen in plaats van week-op-weekbewegingen, ziet doorgaans een stabieler patroon. En wie wil weten wat er inhoudelijk te kiezen valt, is uiteindelijk beter af met partijprogramma’s, debatten en factchecks dan met enkel de zetelstanden.
Conclusie
De peiling van EenVandaag/Verian bevestigt de leidende positie van de PVV en zet vraagtekens bij de positie van BBB en FVD. Tegelijk laten de verschillen met andere metingen zien hoe volatiel en methodegevoelig het politieke klimaat is, zeker met bijna de helft van de kiezers nog onbeslist. De enige meting die echt telt, is die op de verkiezingsdag. Tot die tijd geldt: context is cruciaal, en peilingen zijn hulpmiddelen – geen einduitslag.
Wat vind jij van de uiteenlopende peilingen en de rol van beeldvorming in de campagne? Laat het ons weten via onze sociale media.
Bron: dagelijksestandaard.nl





