Verkenner Wouter Koolmees laat de kabinetsformatie voorlopig doorgaan met alleen D66 en CDA aan tafel. De twee partijen krijgen drie weken de tijd om inhoudelijke overeenstemming te verkennen, waarna wordt bekeken welke partijen kunnen aansluiten. Dat besluit zorgt direct voor politieke spanning: rechtse partijen voelen zich buitengesloten en spreken van een poging om de formatie richting het politieke midden en links-liberale posities te sturen.
Wat er is besloten
Koolmees, voormalig minister en nu in de rol van verkenner, kiest voor een gefaseerde aanpak. Eerst D66 en CDA, daarna eventuele uitbreiding. Volgens betrokkenen moet deze tussenstap duidelijk maken op welke onderwerpen de twee partijen inhoudelijk kunnen landen. Pas daarna wordt bepaald welke andere fracties aanhaken. Het gaat om een verkennende fase; er is geen coalitieakkoord in de maak, maar de inzet is om sneller zicht te krijgen op combinaties die voldoende vertrouwen en stabiliteit kunnen bieden.
Opvallend is dat D66 en CDA samen minder dan een derde van het electoraat vertegenwoordigen. Inhoudelijk liggen de partijen op sommige dossiers relatief dicht bij elkaar, zoals op financieel beheer en bestuurlijke stabiliteit, maar op migratie, klimaat en sociale zekerheid bestaan duidelijke verschillen in toon en prioriteit. Voorstanders van deze aanpak noemen het pragmatisch: eerst overlap vastleggen, daarna de puzzel afmaken. Critici zien vooral een schifting die rechtse partijen bij voorbaat op afstand zet.
Achtergrond: hoe formaties normaal verlopen
In de Nederlandse formatiepraktijk is het niet ongebruikelijk dat een verkenner of informateur begint met bilaterale of trilaterale gesprekken, zeker wanneer de uitslag versplinterd is. Zulke tussenstappen moeten het onderling vertrouwen toetsen en de agenda ordenen voordat er bredere tafels worden ingericht. Tegelijk geldt dat het politieke gewicht van de partijen, de onderlinge verhoudingen en campagnebeloftes meewegen: de legitimiteit van wie als eerste aanschuift, staat vaak meteen ter discussie.
In dit geval is extra gevoelig dat partijen aan de rechterflank hopen op een rechts georiënteerd kabinet. Dat voedt de vraag of een start met D66 en CDA een voorbode is van een meer centristische of progressief-liberale route. Koolmees benadrukt volgens Haagse bronnen dat niets is uitgesloten en dat de deur na deze fase open staat voor andere partijen.
Reacties en kritiek
De meest felle kritiek komt van rechts. Zij stellen dat de verkiezingsuitslag ruimte bood voor een kabinet met een duidelijke rechtse signatuur en dat de huidige stap die richting bemoeilijkt. In commentaar wordt gesproken over een ‘kartel’ dat macht behoudt door het speelveld vooraf te kneden. Regeringsdeelname van PVV, BBB, FVD of JA21 lijkt op korte termijn niet dichterbij gekomen, al is formele uitsluiting niet uitgesproken in de opdracht van de verkenner.
D66-leider Rob Jetten noemt de stap “een noodzakelijke tussenstap” en zegt dat het “goed is om eerst met het CDA te praten, zodat we de volgende fase beter kunnen voorbereiden.” Daarmee zet hij D66 neer als mede-architect van de volgende formatiefase, ondanks de beperkte omvang van de fractie. CDA-leider Henri Bontenbal spreekt van “constructief meedenken” en wil volgens eerdere uitspraken samenwerken met meerdere grote partijen, maar sluit een coalitie met de PVV uit. Die opstelling wordt op rechts gezien als het buitensluiten van een grote kiezersgroep; het CDA wijst erop dat partijen eigen rode lijnen mogen trekken.
Posities van partijen
Naast PVV, BBB, FVD en JA21 staat ook de VVD voorlopig niet aan tafel. De liberalen houden vast aan hun blokkade tegen regeren met GroenLinks-PvdA, wat indirect invloed heeft op mogelijke combinaties. Dat D66 nu eerst met het CDA optrekt, wordt door sommigen uitgelegd als een poging om alternatieven uit te werken die niet leunen op samenwerking met de VVD of met de PVV. Tegelijk is het niet uitgesloten dat de VVD later alsnog nodig is voor een meerderheidskabinet, afhankelijk van de uitkomst van de komende drie weken.
De speelruimte is klein. Zonder PVV wordt het aan de rechterkant lastig een meerderheid te smeden; zonder GroenLinks-PvdA is het aan de linkerkant niet eenvoudiger. Daarmee komt het middensegment – D66, CDA, in potentie VVD en eventueel BBB – in beeld als scharnier. Wie uiteindelijk aanschuift, hangt af van wat D66 en CDA inhoudelijk op papier krijgen.
Wat staat er inhoudelijk op het spel
De breuklijnen zijn bekend: migratie en asiel, koopkracht en lasten, klimaat en energie, stikstof en landbouw, en de omgang met Europa. Rechtse partijen willen doorgaans strenger migratiebeleid, lagere belastingen en terughoudendheid in klimaatverplichtingen. D66 benadrukt juist voortgang op klimaatdoelen, investeringen in onderwijs en innovatie, en een rechtsstatelijke koers in migratievraagstukken. Het CDA zoekt veelal het midden: nadruk op bestaanszekerheid, regionale ontwikkeling, en praktische uitvoerbaarheid van klimaat- en landbouwtransities.
Als de komende weken leiden tot een compacte lijst met gedeelde prioriteiten, kan dat twee kanten op werken. Enerzijds wordt het voor andere partijen makkelijker aan te haken als de hoofdlijnen helder zijn. Anderzijds kunnen scherpe keuzes potentiële partners afschrikken wanneer die keuzes ver afstaan van hun verkiezingsprogramma’s.
De bredere democratische discussie
De kritiek dat “Den Haag niet luistert naar de kiezer” speelt al jaren. Aan de ene kant is er het gevoel dat kiezersmandaten niet leiden tot corresponderende regeringen; aan de andere kant wijst de praktijk uit dat coalitievorming in een versplinterd landschap nu eenmaal compromissen vergt. Voorstanders van de huidige tussenstap benadrukken dat het proces open blijft en dat er nog geen coalitie is gesloten. Tegenstanders vrezen dat vroege schiftingen de uitkomst feitelijk voorprogrammeren.
Deze spanning is niet uniek voor dit moment, maar illustreert wel de kwetsbaarheid van vertrouwen in het formatieproces. Transparantie over de agenda en de motieven achter de gekozen volgorde kan helpen, bijvoorbeeld door te delen welke inhoudelijke puzzelstukken nu precies op tafel liggen en welke combinaties daarna worden getest.
Hoe nu verder
De komende drie weken zijn beslissend voor de koers van de formatie. Lukt het D66 en CDA om gezamenlijke uitgangspunten op te stellen, dan volgt de vraag wie daar politiek bij kan en wil aanhaken. Denkbare routes variëren van een centrumcoalitie met VVD, tot combinaties waarin BBB of andere partijen cruciale steun leveren. Een minderheidskabinet met gedoogsteun behoort in theorie ook tot de opties, al is daar een stevige basis in de Kamer voor nodig.
Mocht de verkenningsfase stuklopen, dan is een reset mogelijk: een nieuwe verkenner, andere startcombinaties of een verbreding met meerdere partijen tegelijk. In alle gevallen zal de druk toenemen om richting te geven aan hoofddossiers als migratie, koopkracht en klimaat, omdat veel kiezers juist daar verandering of duidelijkheid verwachten.
Samenvatting en vooruitblik
Met de keuze om D66 en CDA eerst samen te laten verkennen, zet verkenner Wouter Koolmees in op een smalle start van de formatie. Dat levert kritiek op van rechts, waar men spreekt van buitensluiting en voorgekookte uitkomsten. D66 en CDA noemen het een praktische stap om sneller inhoudelijke helderheid te krijgen. De balans tussen politieke wiskunde en democratische legitimiteit blijft daarbij delicaat. Over drie weken moet duidelijker zijn welke route haalbaar is – en welke partijen bereid zijn die route mee te bewandelen. Wat hoopt u te zien in de volgende formatiefase? Laat het ons weten via onze sociale media.
Bron: dagelijksestandaard.nl





