Wie doet het niet: de waterkoker vullen tot z’n max, aanzetten en een kopje thee pakken. Na een half uur lust je eigenlijk nog wel zo’n lekker kopje en aangezien er nog genoeg water in de waterkoker zit, zet je ‘m gewoon weer aan. Hier lijkt niet veel mis mee te zijn – want hey, het is snel én je verspilt zo geen water. Toch is dit lang niet zo onschuldig. Experts zeggen nu zelfs dat je dit nóóit mag doen.
Wanneer je water steeds opnieuw kookt, komen er stoffen vrij die schadelijk zijn – en die jij dus ook binnen krijgt. De stoffen die vrijkomen zijn arsenicum, nitraten en fluoride, en deze zijn gevaarlijk voor je gezondheid bij herhaaldelijk gebruik. Elke keer dat je het water weer opnieuw kookt zullen deze stoffen steeds geconcentreerder worden. Hoewel gezonde mineralen blijven bestaan in gekookt water, kunnen ze steeds gevaarlijk worden wanneer je het water meerdere keren kookt. De calciumzouten die zich verzamelen in het water en die jij dus opdrinkt, kunnen zo galstenen en nierstenen veroorzaken. Het is daarom beter om de waterkoker echt kopje voor kopje te vullen, zodat je precies genoeg kookt en zo min mogelijk weg hoeft te gooien.
Lees verder op pagina twee!