
1. Buiten spelen tot het donker werd
In de jaren ’60 en ’70 was het heel gewoon om de hele dag buiten te spelen zonder al te veel toezicht van ouders. Kinderen renden in de straten, speelden tikkertje, verstoppertje of hinkelen, en kwamen pas naar huis als de straatlantaarns aangingen.
2. Touwtje springen en elastieken
Touwtje springen was een populaire activiteit, vooral onder meisjes. Ze sprongen alleen of in een groep, soms met ingewikkelde rijmpjes die erbij gezongen werden. Elastieken (of “elastiekjes” spelen) was ook een grote hit: twee kinderen stonden met elastieken rond hun benen terwijl een derde sprong in allerlei patronen.
3. Op avontuur gaan zonder toezicht
Kinderen fietsten zonder helm lange afstanden, vaak naar onbekende plekken. Of het nu een nabijgelegen bos was, een beek of een weiland, ze gingen op ontdekkingstocht zonder dat ouders wisten waar ze precies waren. Bekijk de overige 7 op de volgende pagina!