In een tijd waarin supermarkten overlopen van versproducten en diepvriezers in vrijwel elk huishouden te vinden zijn, is het haast niet meer voor te stellen dat er ooit een wereld bestond zonder deze luxe.

Toch was dat eeuwenlang de realiteit. In die wereld speelde de Keulse pot een hoofdrol: een ogenschijnlijk simpele aardewerken pot die essentieel was om voedsel veilig en smakelijk te bewaren tijdens lange, koude winters. Tegenwoordig zijn ze vooral nog te bewonderen in musea, zoals het Wijhes Museum, waar ze herinneren aan een tijd waarin conserveren nog pure noodzaak én vakmanschap was.
De Keulse pot – ook wel bekend als steengoedpot – is een robuuste stenen pot die al sinds de middeleeuwen wordt gebruikt voor het bewaren van voedsel. Groenten, vlees, eieren en zelfs boter werden in deze potten opgeslagen.
Typisch is hun grijze of blauwige kleur met soms kobaltblauwe versieringen, hoewel ook bruine exemplaren bekend zijn. De naam is afgeleid van de Duitse stad Keulen, waar deze potten al sinds de dertiende eeuw in groten getale werden vervaardigd.
Het geheim van de Keulse pot schuilt in het materiaal: steengoed, ook wel gres genoemd. Dit aardewerk wordt gemaakt van klei die bij extreem hoge temperaturen wordt gebakken. Door tijdens het bakproces keukenzout of soda toe te voegen, ontstond een glazuurlaag die de potten zuurbestendig en waterdicht maakte.
Dit maakte ze ideaal voor het bewaren van etenswaren. De gladde binnenkant voorkwam bovendien dat geuren en smaken zich aan het aardewerk hechten – een onmiskenbaar voordeel bij het bewaren van sterk ruikende producten zoals zuurkool of gepekeld vlees.
Eeuwenlang waren deze potten onmisbaar in huishoudens, vooral op het platteland. Toen er nog geen moderne koelkasten of diepvriezers bestonden, moest men creatieve manieren bedenken om eten lang houdbaar te maken. Vooral tijdens de wintermaanden, wanneer er nauwelijks iets geoogst kon worden, was een goed gevulde voorraadkelder van levensbelang.
Boerengezinnen waren vaak grotendeels zelfvoorzienend en gebruikten de zomermaanden om groenten te conserveren. Denk aan snijbonen en witte kool, die in laagjes met zout in de Keulse pot werden gelegd en onder druk werden gehouden om gisting te stimuleren zonder dat het ging bederven.
Het bewaren van vlees gebeurde op vergelijkbare wijze. In november werd traditiegetrouw een varken geslacht, en het vlees werd gepekeld en luchtdicht opgeslagen in de pot. Eieren, die in de winter schaars waren, werden in de zomer alvast gekookt en gepeld, om vervolgens in azijn ondergedompeld in de pot te worden bewaard. Zo kon men ook in de koudste maanden rekenen op voldoende voedsel.
Met de opkomst van de industriële voedselproductie en de uitvinding van de wecktechniek begon het tijdperk van de Keulse pot langzaam te vervagen. De Duitse fabrikant Johann Weck introduceerde rond 1900 de glazen weckfles, waarmee huisvrouwen hun groenten en fruit op een veiligere en makkelijkere manier konden bewaren.
Toch ging de overstap niet van de ene op de andere dag: weckflessen waren prijzig, en niet iedereen kon zich direct een complete weckinstallatie veroorloven. De Keulse pot bleef daarom nog lange tijd in gebruik.
Vandaag de dag hebben Keulse potten hun functie als voedselbewaarmiddel grotendeels verloren, maar hun charme is gebleven. Ze worden nog sporadisch gebruikt voor het bewaren van producten als zout, boter of soda, maar zijn vooral populair als decoratief object. Hun ambachtelijke uitstraling en historische betekenis maken ze geliefd bij verzamelaars. In moderne keukens duikt de zoutpot of de pot voor mosterd soms zelfs weer op – als een knipoog naar het verleden.
Het Wijhes Museum biedt een prachtige inkijk in deze vergeten wereld van conserveringskunst. Met een rijke collectie originele Keulse potten laat het museum zien hoe mensen vroeger slim en duurzaam met hun voedsel omgingen. Het is een stille getuige van een tijd waarin overleven in de winter afhing van inventiviteit, traditie en een pot van klei.
Keulse potten verdienen het om herinnerd te worden. Niet alleen als cultureel erfgoed, maar ook als symbool voor een tijd waarin duurzaamheid vanzelfsprekend was. Misschien kunnen we daar vandaag, in een wereld vol wegwerpverpakkingen en voedselverspilling, nog iets van leren. Heb jij thuis nog een Keulse pot? Of heb je herinneringen aan hoe je oma groenten pekelde in zo’n robuuste pot? Deel jouw verhaal op onze Facebookpagina en laat het verleden herleven.