Wie dit jaar zijn rijbewijs moet verlengen of een nieuwe aanvraag doet, merkt het misschien al: het is allemaal net even prijziger geworden. De aanpassing is geen schokkende stijging, maar genoeg om vragen op te roepen. In een tijd waarin de prijzen overal stijgen, blijft ook het rijbewijs niet buiten schot. Vooral wie onverwacht snel een nieuw exemplaar nodig heeft, moet dieper in de buidel tasten.
Gemeenten verwerken jaarlijks honderdduizenden rijbewijsaanvragen. Dit zijn niet alleen jongeren die voor het eerst hun rijbewijs halen, maar ook ouderen die periodiek moeten verlengen. De kosten die gemeenten maken voor administratie, verwerking en dienstverlening worden deels doorberekend aan de aanvrager. Elk jaar stelt de overheid hiervoor nieuwe maximumtarieven vast.
Deze tarieven zijn opgebouwd uit twee delen: een gemeentelijk en een rijksdeel. Het gemeentelijk kostendeel wordt door elke gemeente afzonderlijk vastgesteld, maar mag niet boven het landelijk maximum uitkomen. Gemeenten mogen wél minder vragen, maar dat gebeurt zelden. In de praktijk houden ze zich vaak precies aan de bovengrens.
Wie zijn aanvraag met spoed indient, betaalt aanzienlijk meer. Dit is vooral het gevolg van het extra werk en de snellere verwerkingstijd die hiermee gepaard gaat. Spoedaanvragen komen steeds vaker voor, bijvoorbeeld wanneer een rijbewijs onverwacht verlopen blijkt vlak voor een vakantie of belangrijke werkafspraak. In zulke gevallen is snel schakelen essentieel.
Ook het rijksdeel blijft een vast onderdeel van de prijs. Dat wordt gebruikt voor de centrale registratie en de productie van het fysieke rijbewijs. De RDW verzorgt dit proces al jaren en houdt het rijksdeel stabiel. Dit voorkomt dat het totale tarief al te veel schommelt, al blijven inflatie en gemeentelijke kosten van invloed.
Pas als alle delen worden opgeteld, wordt duidelijk wat de consument daadwerkelijk betaalt. Voor een standaard rijbewijs in 2025 komt het maximale bedrag nu uit op € 52,10. Daarvan is € 37,75 het gemeentelijke kostendeel en € 14,35 het rijksdeel. Ter vergelijking: in 2024 was dit nog € 51,11, waarbij het gemeentelijke deel iets lager lag op € 36,76.
Bij een spoedaanvraag komt daar nog € 39,65 bovenop. Hierdoor stijgt het maximale totaalbedrag naar € 91,75. In het voorgaande jaar was dit nog € 90,76. De stijging is klein, maar wel voelbaar – zeker als je niet had gerekend op die extra kosten. Veel mensen beseffen pas bij de aanvraag hoeveel een spoedprocedure werkelijk kost.
Een positief punt is dat digitale aanvraagmogelijkheden via gemeenten in opkomst zijn. Dit bespaart tijd en soms ook geld, afhankelijk van hoe de gemeente de digitale dienstverlening heeft ingericht. Niet alle gemeenten bieden deze mogelijkheid aan, maar het loont om dit vooraf te checken via de gemeentelijke website.
Belangrijk om te weten is dat je zonder geldig rijbewijs niet de weg op mag. Ook als je de aanvraag al hebt ingediend maar je oude rijbewijs is verlopen, riskeer je een forse boete én ben je niet verzekerd bij een ongeval. Op tijd verlengen voorkomt dus niet alleen stress, maar ook financiële risico’s.
De aanpassingen van dit jaar zijn relatief bescheiden, maar wel illustratief voor hoe dienstverlening in kleine stapjes duurder wordt. Zeker nu alles al duurder lijkt te worden, is het verstandig om ook hierop voorbereid te zijn. Een paar euro meer lijkt misschien verwaarloosbaar, maar telt op wanneer je budget toch al onder druk staat.
Wat vind jij van deze prijsstijging voor het rijbewijs? Deel je mening in de reacties of sluit je aan bij de discussie op onze Facebookpagina. Samen zorgen we voor bewustwording en tips die voor iedereen van pas kunnen komen.
