Of hoogopgeleide specialisten zoals ingenieurs en artsen daadwerkelijk in groten getale naar Nederland komen, is lastig te zeggen. Wat wel steeds vaker opvalt, is het taalgebruik van sommige jongeren. Woorden en termen die normaal gesproken thuishoren in medische dossiers of ziekenhuisgangen, worden steeds vaker gebruikt als straattaal. Dat gebeurt niet zelden op een manier die schurkt tegen het choquerende aan.
Op het Leidseplein in Amsterdam deden zich onlangs opnieuw opvallende taferelen voor. Agenten op straat spraken daar een man aan die beweerde ‘oncoloog’ te zijn. De uitspraak lijkt op het eerste gezicht onschuldig, maar binnen bepaalde straatkringen wordt het woord gebruikt als onderdeel van grove of denigrerende uitspraken. Het medische jargon krijgt in die context een totaal andere, veelal beledigende lading.
Volgens sommigen zijn dit soort interacties illustratief voor het beeld dat jongeren hebben van de politie. Ze zouden het gevoel hebben dat agenten voortdurend op zoek zijn naar een reden om in te grijpen. Pas als iemand iets verkeerds zegt, grijpen ze in, zo luidt de kritiek. Maar die lezing gaat voorbij aan de andere kant van het verhaal: het groeiende verbale geweld en de provocaties waarmee agenten dagelijks te maken krijgen.
In de video die momenteel op sociale media rondgaat, lijkt de politie terughoudend en kalm te reageren op de situatie. De man in kwestie — die dus zegt dat hij ‘oncoloog’ is — krijgt geen harde fysieke reactie, maar kan uiteindelijk zelfs weglopen. Dat roept vragen op over waar de grens ligt tussen vrijheid van meningsuiting, grensoverschrijdend gedrag en strafbaar feit.
Het incident zorgt voor stevige discussies online. Sommigen vinden dat de politie juist te mild is. Er wordt gesuggereerd dat strengere maatregelen nodig zijn tegen individuen die verbaal geweld gebruiken of opzettelijk provoceren. In die kringen klinkt zelfs de roep om meer fysieke handhaving, zoals het inzetten van wapenstok of politiehond. Zulke reacties zijn echter omstreden en gaan voorbij aan het principe van proportioneel politieoptreden — een fundamenteel uitgangspunt in de Nederlandse rechtsstaat.
Dat straattaal steeds grover wordt, is niet nieuw. Maar het feit dat medische termen uit de oncologie of andere vakgebieden worden misbruikt in beledigende contexten, zegt iets over hoe taal zich ontwikkelt op straat, los van de oorspronkelijke betekenis. In veel gevallen gaat het om jongeren die zich afzetten tegen autoriteit of structuur. De politie vormt dan een zichtbaar doelwit.
Tegelijkertijd laat dit soort video’s zien hoe kwetsbaar het maatschappelijke debat is geworden. Een fragment van enkele seconden kan voldoende zijn om een nieuwe golf van verontwaardiging te ontketenen. Politici, waaronder Geert Wilders, worden regelmatig genoemd in dit soort discussies, al is daar lang niet altijd een directe link. Toch is het sentiment dat ontstaat bij dit soort video’s vaak in het voordeel van politici die pleiten voor hardere maatregelen en minder tolerantie.
In de kern draait het om wederzijds respect en grenzen. Waar houdt vrijheid van expressie op, en waar begint provocatie of belediging? En hoe moet de politie optreden als de grens tussen de twee vervaagt?
Bekijk de beelden hier:
Wat het incident op het Leidseplein vooral aantoont, is hoe taalgebruik niet alleen communicatie is, maar ook identiteit en machtsmiddel kan worden. De uitdaging ligt in het herkennen van die signalen zonder te vervallen in overreactie — aan beide kanten van de lijn.