Het Openbaar Ministerie (OM) heeft donderdagavond een opvallende en stevige verklaring afgelegd in de zaak rond de doodgeschoten vijftienjarige jongen uit Capelle aan den IJssel. Waar advocaat Gerald Roethof eerder op televisie beweerde dat de tiener “in zijn rug” zou zijn geraakt door politiekogels, reageert justitie nu resoluut: dat is onjuist.
“Het is onjuist dat de jongen in zijn rug is geschoten,” benadrukte het OM in een bericht op X. Daarmee probeert het OM de gemoederen te temperen, maar de kwestie blijft uiterst gevoelig en zet het maatschappelijke debat verder op scherp.
Een fatbike als aanleiding
De fatale gebeurtenissen begonnen bij het Wisselspoor in Capelle. Daar was een groep van vier jongens bezig met het stelen van een fatbike. De diefstal liep snel uit de hand: een leeftijdsgenoot die hen betrapte werd hardhandig geslagen en bovendien met een pistool bedreigd.
De situatie escaleerde in enkele minuten. De daders zetten het op een lopen, en één van hen – de jongen die later door de politie werd neergeschoten – vluchtte in de richting van de McDonald’s aan de Hoofdweg.
Confrontatie bij de McDonald’s
Op dat moment kwam de politie in actie. Agenten trokken hun wapens en gaven herhaaldelijk het bevel dat de verdachte zijn pistool moest laten vallen. Volgens het OM weigerde hij dat, ondanks meerdere duidelijke waarschuwingen.
Toen de jongen niet gehoorzaamde, grepen de agenten in en vuurden schoten af. De vijftienjarige werd dodelijk getroffen. Voor omstanders moet het een heftig en chaotisch tafereel zijn geweest, vlak naast een drukbezocht restaurant.
Het wapen: een omgebouwd gasalarmpistool
Na het incident bleek dat de jongen geen standaardvuurwapen, maar een omgebouwd gasalarmpistool bij zich droeg. Zulke wapens zijn van oorsprong bedoeld om enkel knallen of gaspatronen af te vuren, maar worden regelmatig illegaal aangepast zodat ze echte munitie kunnen afschieten.
Voor agenten op straat is in zo’n moment geen verschil te zien: het pistool oogt levensecht en vormt in hun ogen een direct gevaar. Het verklaart waarom de politie de situatie als levensbedreigend inschatte en besloot tot het gebruik van vuurwapens.
Onderzoek door Rijksrecherche
Zoals altijd bij een politie-schietincident neemt de Rijksrecherche het onderzoek over. Dat moet onafhankelijk vaststellen wat er precies is gebeurd, of de regels correct zijn gevolgd en of het handelen van de politie proportioneel was.
Het OM benadrukt dat emoties nu begrijpelijkerwijs hoog oplopen, maar roept burgers en betrokkenen op om geduld te bewaren tot de feiten duidelijk zijn. Hoe lang dat onderzoek gaat duren, is nog onbekend. Soms nemen dit soort trajecten weken, soms maanden in beslag.
Roethof: “In de rug geschoten”
De felste discussie laaide op na de uitlatingen van advocaat Gerald Roethof, die namens de nabestaanden spreekt. Hij stelde woensdagavond in een talkshow dat de jongen van achteren zou zijn geraakt. Daarmee impliceerde hij dat de jongen mogelijk al op de vlucht was en dus geen direct gevaar meer vormde.
Het OM noemt die verklaring onjuist en misleidend. Volgens hun eerste bevindingen klopt het simpelweg niet dat er kogels in de rug zijn aangetroffen. Daarmee wil justitie voorkomen dat er verkeerde beelden ontstaan die de maatschappelijke onrust verder voeden.
Verdachten vastgezet
Het onderzoek draait niet alleen om de schietpartij zelf, maar ook om de fatbike-diefstal die eraan voorafging. Twee andere vijftienjarige jongens, afkomstig uit Gouda en Rotterdam, zijn inmiddels aangehouden en zitten nog vast.
Een vierde verdachte wordt nog gezocht. De politie hoopt dat getuigen of tipgevers zich melden, onder meer via kanalen van Politie Rotterdam.
Heftige emoties in de samenleving
De dood van een vijftienjarige jongen in een confrontatie met de politie roept overal emoties op. Voorstanders van de politie benadrukken dat agenten vaak in een fractie van een seconde moeten beslissen, met hun eigen leven op het spel. Tegenstanders en critici vragen zich af of er geen andere manier was om de jongen onschadelijk te maken, zeker gezien zijn jonge leeftijd.
De discussie over wapengebruik onder jongeren speelt ook mee. Het feit dat een vijftienjarige rondloopt met een omgebouwd pistool, en dat gebruikt om leeftijdsgenoten te bedreigen, schokt velen. Tegelijkertijd onderstreept het hoe groot de problemen zijn rond wapenbezit in jongerenkringen.
Olie op het vuur
Met de scherpe ontkenning van het OM dat de jongen in zijn rug is geraakt, lijkt justitie te willen voorkomen dat verkeerde verhalen wortel schieten. Toch kan de toon ook olie op het vuur gooien. Nabestaanden en sympathisanten voelen zich mogelijk miskend of genegeerd.
Het is niet voor het eerst dat er discussie ontstaat over de communicatie van het OM in dit soort gevoelige zaken. Voor veel mensen gaat het niet alleen om de exacte feiten, maar ook om erkenning van verdriet, boosheid en machteloosheid.
Het grotere plaatje
De zaak in Capelle staat niet op zichzelf. In verschillende steden worstelt de politie met het toenemende gebruik van (nep)wapens door jongeren. Gasalarmpistolen en airsoftwapens worden steeds vaker aangepast tot schietklare wapens. Voor de politie betekent dit dat elk getrokken wapen levensgevaarlijk kan zijn, ongeacht of het echt of nep is.
Daarnaast klinkt er al langer een roep om betere voorlichting, strengere controles en zwaardere straffen op het bezit van dergelijke wapens. De dood van de vijftienjarige jongen uit Capelle maakt de urgentie van die discussie opnieuw pijnlijk duidelijk.
Bekijk de video hier:
Afwachten op feiten
Voorlopig blijft er veel onduidelijk. Hoeveel kogels zijn er afgevuurd? Waar is de jongen precies geraakt? Zijn de bevelen van de politie goed te horen geweest? En hoe snel speelde alles zich af?
Pas als de Rijksrecherche haar onderzoek afrondt, komen die antwoorden boven tafel. Tot die tijd blijft het gissen, en blijven emoties de boventoon voeren. Het OM vraagt nadrukkelijk om dat proces af te wachten.
Conclusie
De dood van de vijftienjarige uit Capelle is tragisch en zet opnieuw het debat over politiegeweld, wapenbezit en jeugdcriminaliteit op scherp. Het OM heeft duidelijk gemaakt dat de jongen niet in zijn rug is geschoten, zoals advocaat Roethof beweerde. Toch is de onrust daarmee niet verdwenen.
Terwijl het onderzoek van de Rijksrecherche voortduurt, zit de samenleving met vragen en een groot gevoel van ongemak. Eén ding is zeker: de zaak laat zien hoe dun de scheidslijn kan zijn tussen jeugdige roekeloosheid en levensgevaarlijke situaties – met alle fatale gevolgen van dien.