De hypotheekrenteaftrek is terug in het politieke middelpunt. Voor miljoenen huiseigenaren vormt het belastingvoordeel een belangrijk steuntje in de rug, terwijl critici het al jaren zien als een kostbare en oneerlijke regeling.
De overheid loopt er jaarlijks meer dan elf miljard euro op mis. In aanloop naar de verkiezingen van 2025 laait de discussie opnieuw op. Politieke partijen zijn sterk verdeeld: sommige willen het voordeel koste wat kost behouden, anderen willen het juist geleidelijk afbouwen of zelfs afschaffen. De vraag is: wat betekenen die plannen voor jouw portemonnee en de woningmarkt?
Waarom de hypotheekrenteaftrek zo gevoelig ligt
De regeling werd ooit ingevoerd om het eigenwoningbezit te stimuleren. Wie een huis koopt, mag de betaalde hypotheekrente aftrekken van het belastbare inkomen. Dat scheelt flink in de maandlasten. Maar volgens economen en internationale instellingen zorgt het systeem er juist voor dat huizenprijzen stijgen en de kloof tussen kopers en huurders groeit.
De Nederlandsche Bank, het IMF en de OESO dringen al jaren aan op hervorming. Zij stellen dat de regeling vooral welvarende huishoudens bevoordeelt. Voorstanders wijzen juist op het financiële voordeel dat miljoenen Nederlanders dagelijks ervaren. Voor hen is de hypotheekrenteaftrek een vorm van zekerheid die niet zomaar mag verdwijnen.
Partijen in 2025: drie duidelijke richtingen
De meningen in politiek Den Haag lopen sterk uiteen. De standpunten van de partijen zijn te verdelen in drie kampen: behouden, beperken of afbouwen.
PVV, VVD, JA21, FVD en BBB willen de hypotheekrenteaftrek behouden. Zij zien het als een fundament van betaalbaar wonen en vinden dat afschaffing de koopkracht van gezinnen direct aantast.
SP, SGP en Partij voor de Dieren pleiten voor beperking. Zij willen de regeling alleen laten gelden tot een bepaalde grens, zoals de NHG-grens of tot €350.000. Zo blijft het voordeel bestaan voor betaalbare woningen, maar verdwijnt het bij dure huizen.
GroenLinks/PvdA, CDA, D66, Volt en ChristenUnie zetten in op afbouw of afschaffing. Hun doel is de fiscale ongelijkheid tussen huurders en huiseigenaren verkleinen. De vrijgekomen miljarden willen zij gebruiken voor lagere belastingen en extra woningbouw.
Wat de partijen precies willen
PVV, VVD, JA21, FVD en BBB
Deze partijen benadrukken dat het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek de koopwoningmarkt ondermijnt. Volgens hen leidt afbouw tot hogere woonlasten en minder vertrouwen onder huiseigenaren.
SP, SGP en Partij voor de Dieren
Zij willen een gerichte aanpak: de aftrek blijft alleen bestaan voor starters of betaalbare woningen. Daarmee moet de regeling eerlijker worden, zonder huiseigenaren met kleine hypotheken te straffen.
GroenLinks/PvdA, CDA, D66, Volt en ChristenUnie
Deze partijen vinden dat de hypotheekrenteaftrek de woningmarkt verstoort. Ze willen een geleidelijke afbouw, gecombineerd met het schrappen van het eigenwoningforfait of verlaging van de inkomstenbelasting.
Wat dit betekent voor je maandlasten
De richting die de politiek kiest, heeft direct invloed op je portemonnee. Starters worden het hardst geraakt bij afbouw. Zij betalen in de eerste jaren vooral rente en profiteren dus het meest van de aftrek. Als die verdwijnt, stijgen hun maandlasten aanzienlijk.
Doorstromers merken het effect minder, vooral als hun hypotheekrente laag is of als ze al veel hebben afgelost. Voor huurders kan het juist positief uitpakken: zij profiteren als de opbrengsten van afbouw worden gebruikt voor belastingverlaging of nieuwe huurwoningen.
Volgens berekeningen van financieel adviesbureau Van Bruggen kan de netto hypotheeklast bij een gemiddelde lening van €363.000 op termijn zo’n €200 per maand hoger worden als de regeling volledig verdwijnt. Voor de meeste huishoudens blijft dat te overzien, zeker als de lonen de komende jaren meestijgen.
Effect op de woningmarkt
Wat de hypotheekrenteaftrek doet met huizenprijzen, blijft onderwerp van debat. Voorstanders van afbouw beweren dat de regeling prijzen kunstmatig hoog houdt. Wie meer kan aftrekken, kan immers ook meer lenen en dus meer bieden. Dat drijft de huizenprijzen op.
Critici denken daar anders over. Zij stellen dat de woningnood vooral te maken heeft met te weinig aanbod. Zolang er geen extra huizen worden gebouwd, zal de prijsdruk blijven, ongeacht de fiscale regels. Wel zijn veel economen het erover eens dat afbouw op de lange termijn kan bijdragen aan een stabielere markt.
Wat je kunt verwachten na de verkiezingen
De kans dat de hypotheekrenteaftrek in één klap verdwijnt is klein. Zelfs partijen die voor afbouw pleiten, willen dat gespreid over meerdere jaren doen. De meeste plannen voorzien in een geleidelijke overgang, zodat huiseigenaren zich kunnen aanpassen.
Toch is de richting duidelijk: de discussie over de hypotheekrenteaftrek zal de komende jaren niet verdwijnen. Terwijl rechts-conservatieve partijen als PVV, VVD, BBB, JA21 en FVD zich vastbijten in behoud, blijven linkse en progressieve partijen als GroenLinks/PvdA, D66, Volt en ChristenUnie duwen richting afbouw.
De vraag is niet óf, maar wanneer de hypotheekrenteaftrek verder wordt aangepast. Wat er ook gebeurt, de gevolgen zullen merkbaar zijn in de portemonnee van miljoenen Nederlanders.
De hypotheekrenteaftrek is meer dan een belastingmaatregel — het is een symbool van de Nederlandse woningcultuur. De komende kabinetsperiode zal bepalen of dat symbool blijft bestaan of langzaam verdwijnt.
Wat vind jij? Moet de hypotheekrenteaftrek blijven zoals hij is, of is het tijd voor verandering? Praat mee in de reacties en discussieer verder op Facebook.
Bron:Â hypotheek-rentetarieven.nl