John van den Heuvel houdt voet bij stuk: volgens de misdaadjournalist zijn er meer vrouwen die zich slachtoffer voelen van Marco Borsato. Waarom horen we dan niets? Omdat ze zijn afgehaakt, zegt hij. Niet omdat er geen meldingen zouden zijn, maar omdat de publieke discussie te hard, te wantrouwend en te polariserend is geworden.
Meer slachtoffers
De spanning rond de ontuchtzaak tegen Marco Borsato blijft hoog. Al vanaf het eerste moment dat A., het vermeende slachtoffer, aangifte deed, liet Van den Heuvel weten dat hij nog meer meldingen verwachtte. Hij zei dat hij en zijn redactie al langere tijd in gesprek waren met vrouwen die onaangename ervaringen met de zanger zouden hebben gehad. Die verwachting herhaalde hij deze week opnieuw. Maar waar blijven die verhalen dan?
Volgens Van den Heuvel zijn die er wel geweest, maar is een deel van de betrokken vrouwen later afgehaakt. De reden die hij geeft: het klimaat waarin de zaak wordt besproken. Hij wijst op wat volgens hem neerkomt op victim blaming, waardoor potentiële aangevers of getuigen liever afzien van verdere stappen.
De visie van de verdediging
De aanpak van Van den Heuvel is al langer een doorn in het oog van Borsato’s verdedigingsteam. Advocaat Geert-Jan Knoops noemt het ‘hijgerige’ berichtgeving en stelt dat de journalist te dicht op het dossier zit. Sterker nog: volgens de verdediging is A. mede tot aangifte gekomen omdat zij in de veronderstelling zou zijn gebracht dat er nog andere slachtoffers zouden zijn.
Knoops wees daarbij naar Nathalie T., de moeder van A., die volgens hem al ruim voor de aangifte aan een mediaplan zou hebben gewerkt. De kern van zijn punt: er waren helemaal geen andere meisjes. In die lezing is de aanname van ‘meer slachtoffers’ niet gebaseerd op feiten, maar op een frame dat A. en haar omgeving op het spoor zette van een formele melding.
Wat deed John precies
Van den Heuvel erkent dat hij en zijn redactie actief hebben geïnventariseerd of meer mensen zich herkenden in verhalen over grensoverschrijdend gedrag. Hij zegt dat er na een publieke oproep reacties binnenkwamen. Volgens hem is dat legitiem journalistiek werk: nagaan of signalen breed zijn, gesprekken voeren, en mensen uitleggen welke routes er zijn als zij aangifte willen doen of een melding willen maken.
De misdaadjournalist benadrukt dat, als hij door de verdediging als getuige was opgeroepen, hij dat in de rechtbank had willen toelichten. Maar daar kwam het niet van. Wel blijft hij erbij dat reacties daadwerkelijk zijn binnengekomen, en dat sommige vrouwen vervolgens zijn afgehaakt door de heftige publieke praktijk waarin vermeende slachtoffers al snel onderwerp worden van twijfel en beschuldiging.
De tegenaangifte van borsato
In dit spanningsveld deed Borsato een tegenaangifte: hij stelt dat er sprake is van een valse aangifte. Dat is een zware stap. Van den Heuvel vond destijds dat die zet ook een signaalfunctie had. In zijn ogen zou de tegenaangifte een afschrikwekkend effect kunnen hebben op eventuele nieuwe meldingen. De verdediging betwist die interpretatie en ziet de tegenaangifte als een noodzakelijke reactie op een onterechte beschuldiging.
Het gevolg is een patstelling in het publieke debat: de verdediging zegt dat er geen ‘andere meisjes’ zijn, Van den Heuvel zegt dat hij wel reacties heeft gehad maar dat die vrouwen om maatschappelijke redenen niet doorzetten. Twee lezingen, één dossier, en een proces dat uiteindelijk uitsluitsel moet geven.
Waarom we weinig horen
De kernvraag blijft: als er meer meldingen zijn geweest, waarom verschijnen die niet in aangiftes of openbare verklaringen? Juridisch is de drempel hoog: aangifte doen is ingrijpend, emotioneel en tijdrovend. De maatschappelijke context maakt het niet eenvoudiger. Wie zich meldt in een spraakmakende zaak, belandt onvermijdelijk in een publieke arena. Kritiek, speculatie en sociale media werken dan als een versterker van twijfel en scepsis.
Van den Heuvel noemt dit expliciet als reden voor het afhaken. Zijn punt: het gaat niet om het ontbreken van geluiden, maar om het uitvallen van stemmen onder druk. De verdediging zet daar een andere realiteit tegenover: als er echt meer slachtoffers waren geweest, dan zouden die zich wel hebben gemeld – bij politie, justitie of in de media. En dat is volgens hen niet gebeurd.
Debat over journalistieke ethiek
Hier schuurt de discussie over journalistieke ethiek. Waar eindigt grondige misdaadjournalistiek en waar begint ongeoorloofde beïnvloeding? Journalisten mogen signalen controleren, mensen te woord staan en wijzen op opties, maar moeten oppassen voor sturing of druk. De verdediging vindt dat Van den Heuvel die grens heeft overschreden door te spreken over ‘meer slachtoffers’ nog voor er formele aangiftes waren. Van den Heuvel zegt dat hij niets anders deed dan journalistiek verifiëren wat in de geruchtensfeer circuleerde, en dat hij bereid was zijn werk onder ede toe te lichten.
Wat hierbij meespeelt, is de bredere context van #MeToo en de toegenomen aandacht voor grensoverschrijdend gedrag. De samenleving zoekt naar manieren om recht te doen aan klachten, zonder het rechtsstatelijk principe van onschuldpresumptie te schaden. In zo’n veld is spanning onvermijdelijk en is de rol van media onderwerp van debat.
Wat staat er verder te gebeuren
De rechtsgang moet helderheid brengen. De kernvragen zijn juridisch: wat is er precies gebeurd, welke verklaringen zijn betrouwbaar, en hoe wegen feiten en getuigenissen? De uitkomst van die vragen ligt niet in het publieke commentaar, maar in de rechtbank. Wel is duidelijk dat alle betrokkenen zich voorbereiden op verdere stappen, of dat nu gaat om aanvullende verklaringen, getuigenverhoren of procedurele beslissingen.
Van den Heuvel heeft aangegeven open te staan voor getuigenis, mocht de rechtbank daarom vragen. De verdediging van Borsato blijft ondertussen hameren op het gebrek aan harde onderbouwing voor ‘meer slachtoffers’. Het zijn twee lijnen die elkaar voorlopig in evenwicht houden, totdat de rechter een knoop doorhakt.
Kortom
De kern van de kwestie is inmiddels helder: Van den Heuvel zegt dat er na een oproep reacties binnenkwamen, maar dat vrouwen afhaakten door de toon en dynamiek van het publieke debat. De verdediging stelt dat die reacties geen concrete aangiftes of verifieerbare zaken hebben opgeleverd, en dat het beeld van ‘meer slachtoffers’ een onjuiste suggestie wekt. Tussen die posities ligt een grijs gebied van journalistiek, recht en publieke opinie. De komende rechtsstappen zullen bepalen wat overeind blijft en wat niet.
Wil je reageren op dit onderwerp? Laat je mening horen via onze sociale media en praat mee over de rol van media, recht en publieke opinie in dit gevoelige dossier.
Bron: mediacourant.nl





