Verkenner Wouter Koolmees (D66) zet de kabinetsverkenning voort met twee duo’s: D66 met JA21 en VVD met GroenLinks-PvdA. Die keuze stuit op kritiek, vooral vanuit rechts. Oppositiepartijen en critici wijzen erop dat PVV en FVD, ondanks aanzienlijke electorale steun, niet worden meegenomen in de volgende gespreksronde. De discussie draait daarmee niet alleen om rekenkunde, maar ook om de vraag hoe breed een verkenning hoort te zijn en wie er aan tafel mag zitten.
Achtergrond van de verkenning
Na de verkiezingen verkent een aangewezen politicus welke coalities kansrijk zijn. Hij spreekt alle fractieleiders, inventariseert inhoudelijke raakvlakken en verkent mogelijke combinaties. Koolmees zegt dat er op de grote thema’s – asiel, stikstof, energie, defensie en veiligheid – voldoende gemeenschappelijke grond is om verder te gaan. Zijn vervolgstap is gerichte gesprekken voeren met twee “setjes” van partijen om te toetsen waar inhoudelijke convergentie mogelijk is.
De keuze voor twee duo’s past in een bekende Haagse approach: scherp stellen waar mogelijk overeenstemming is, en waar de grootste breuklijnen lopen. Tegelijk laait het debat op over de breedte en openheid van zo’n verkenning. Moet je dichter bij kansrijke coalities blijven of juist het hele spectrum op tafel leggen?
Resultaten van de verkiezingen
Volgens de uitslag van 29 oktober 2025 boekten vooral partijen aan de rechterzijde winst. Forum voor Democratie groeide van drie naar zeven zetels. JA21 ging van één naar negen. De PVV verloor weliswaar, maar behoort nog altijd tot de grootste fracties. Voorstanders van een brede verkenning stellen dat deze verhoudingen ook zichtbaar zouden moeten zijn in de formatietafels. Hun vraag: als kiezers voor een rechtser geluid kozen, waarom worden partijen als PVV en FVD dan niet uitgenodigd voor vervolggesprekken?
Keuzes op tafel
Koolmees spreekt nu verder in twee configuraties. Enerzijds D66 met JA21. Anderzijds VVD met GroenLinks-PvdA. In de Haagse praktijk zouden daar later ook partijen als CDA of andere middenpartijen bij kunnen aanschuiven. Critici noemen dit een schijnkeuze: of een centrumlinkse variant, of een iets rechtsere variant, die in hun ogen op hoofdlijnen toch EU-gezind blijft, stevige klimaatdoelen nastreeft en de migratiekoers slechts beperkt aanscherpt. Voorstanders zien juist twee duidelijke richtingen die inhoudelijk van elkaar verschillen en die beide getest moeten worden op stabiliteit.
Kritiek en verdediging
Opiniemakers, onder wie de redactie van de website DDS, betogen dat de verkenning te smal is. Zij spreken van een “kartel”-benadering waarbij gevestigde partijen elkaar vasthouden en politieke vernieuwing buiten de deur blijft. Volgens deze critici wordt “stabiliteit” gebruikt als argument om partijen met afwijkende positie – met name PVV en FVD – te mijden. Zij noemen dat een politieke keuze, geen neutrale procesafweging.
Uit de omgeving van de verkenner klinkt juist dat het doel is om combinaties te zoeken die zowel programmatisch als politiek uitvoerbaar zijn. Als er voldoende overlap is op thema’s als asiel, stikstof en energie, dan ligt het voor de hand eerst daar dieper op in te zoomen. Bovendien spelen onderlinge verhoudingen, eerdere samenwerkingen en bestuurlijke haalbaarheid mee. Stabiliteit betekent in deze lezing: een kabinet dat niet alleen kan worden gevormd, maar ook kan regeren en besluiten kan uitvoeren.
Mogelijke coalities en getallen
In het debat worden verschillende alternatieven genoemd. Een coalitie aan de rechterkant – met VVD, JA21, FVD en eventueel PVV, al dan niet aangevuld met CDA – zou rekenkundig in de buurt van een meerderheid kunnen komen, afhankelijk van de definitieve zetelverdeling en bereidheid tot samenwerking. Voorstanders van zo’n koers spreken over een andere beleidsrichting, met nadruk op lagere lasten, herziening van het klimaatbeleid en strenger migratiebeleid. Tegenstanders wijzen op grote programmatische verschillen tussen deze partijen, scherpe onderlinge verhoudingen en internationale verplichtingen die de beleidsruimte begrenzen.
Ook combinaties zonder D66 worden geopperd. Daarbij speelt telkens dezelfde vraag: waar is voldoende beleidsmatige overlap, en wie zijn bereid inhoudelijke compromissen te sluiten? De verkenning van Koolmees richt zich vooralsnog op varianten waarin traditionele midden- en centrumlinkse partijen een rol vervullen, naast een rechtsere partner als JA21.
De inhoudelijke breuklijnen
De breuklijnen lopen over een paar vaste assen. Op migratie willen PVV en FVD vergaand beperken, waar middenpartijen focussen op verscherping binnen Europees en internationaal kader. In het stikstofdossier pleiten FVD en verwante partijen voor het loslaten van de huidige normering, terwijl andere partijen vasthouden aan natuurdoelen, met aanpassingen in tempo en instrumentkeuze. Op klimaatbeleid richten de meeste centrum- en centrumlinkse partijen zich op het halen van internationale doelen; rechtse critici willen afschalen of herprioriteren. Op EU-samenwerking ligt de spanning tussen soevereiniteitswens en pragmatische integratie.
De democratische discussie
De kern van de kritiek is politiek-constitutioneel van aard: moet een verkenning alle opties onderzoeken, inclusief die met uitgesproken oppositiepartijen, of is een selectie verdedigbaar op basis van bestuurlijke haalbaarheid en gedeelde uitgangspunten? Voorstanders van een brede verkenning benadrukken representatie van uiteenlopende stemmen. Voorstanders van een strakkere selectie benadrukken kans op duurzame coalitievorming en bestuurbaarheid. Beide perspectieven leggen een legitieme claim op het proces.
Wat betekent dit voor het vervolg
De komende dagen staan in het teken van verdieping met de twee gekozen duo’s. Als daar voldoende overlap wordt gevonden, kan de verkenning uitmonden in een advies voor vervolggesprekken in een bredere samenstelling. Lukt dat niet, dan ligt uitbreiding of heroriëntatie voor de hand. In alle gevallen blijft de rekenkundige realiteit van de Kamer leidend, maar bepalen politieke bereidheid en vertrouwen of er een stabiele meerderheid is te smeden.
Of de PVV en FVD alsnog aansluiten in een later stadium is onduidelijk. Hun deelname vraagt niet alleen rekenkundige, maar ook programmatische en relationele bruggen. Dat geldt overigens voor meerdere combinaties: ook binnen middenvarianten zijn er stevige inhoudelijke verschillen die overbrugd moeten worden.
Samenvatting en vooruitblik
De verkenning concentreert zich nu op D66-JA21 en VVD-GroenLinks-PvdA. Daarmee kiest Koolmees voor focus op combinaties die, naar zijn zeggen, de meeste inhoudelijke overlap bieden op de hoofdthema’s. Critici vinden de opzet te smal en vragen om serieuze betrokkenheid van PVV en FVD bij vervolggesprekken, gezien hun electorale steun en hun afwijkende koers. De komende weken zal blijken of de gekozen aanpak snel tot een werkbare meerderheid leidt, of dat het net breder moet worden uitgeworpen. We volgen de ontwikkelingen nauwgezet. Wat vind jij: moet de verkenner alle varianten onderzoeken, of is het goed om scherp te selecteren? Laat het ons weten op onze social media.
Bron: dagelijksestandaard.nl





