Iedereen die werkt of een uitkering ontvangt, betaalt inkomstenbelasting over zijn of haar inkomen. Het Nederlandse stelsel is progressief: wie meer verdient, betaalt over de extra euro’s een hoger tarief. Maar vanaf welk salaris ga je in 2026 in een hogere schijf vallen en dus meer inkomstenbelasting over het meerdere afdragen? Hieronder zetten we de regels en bedragen overzichtelijk op een rij, met uitleg en voorbeelden.
De tarieven van 2025 in vogelvlucht
Om de veranderingen voor 2026 te begrijpen, is het handig om eerst terug te kijken naar 2025. Dat jaar gold in box 1 (belastbaar inkomen uit werk en woning) het volgende: tot en met 38.441 euro betaalde je 35,82 procent. Over het deel van je inkomen boven 38.441 euro tot en met 76.817 euro was het tarief 37,48 procent. En alles boven 76.817 euro viel in de hoogste schijf, met een tarief van 49,50 procent. Belangrijk om te benadrukken: het gaat altijd om een marginaal tarief per schijf, dus je betaalt het hogere percentage alleen over het deel van je inkomen dat in die schijf valt, niet over je volledige salaris.
De tarieven voor 2026
In 2026 schuiven de grenzen tussen de schijven iets op en veranderen de tarieven licht. Voor inkomens tot en met 38.883 euro geldt dan een tarief van 35,70 procent. Verdien je meer dan 38.883 euro maar niet meer dan 79.137 euro, dan valt dat extra deel in schijf 2, met een tarief van 37,56 procent. Alles daarboven (meer dan 79.137 euro) valt in de derde schijf, waar het tarief 49,50 procent bedraagt.
Vergeleken met 2025 zijn de grenzen dus iets opgeschoven en is het tarief in de eerste schijf iets gedaald, terwijl in de tweede schijf een fractie hoger wordt geheven. Het hoogste tarief blijft gelijk. Dat opschuiven van grenzen gebeurt vaker, zodat de tarieven meebewegen met economische ontwikkelingen en lonen.
Wanneer val je in een hogere schijf
De belangrijkste drempels om te onthouden voor 2026 zijn: 38.883 euro en 79.137 euro. Verdien je in 2026 tot en met 38.883 euro, dan blijft je volledige belastbare inkomen in schijf 1. Vanaf 38.883 euro en 1 euro extra val je met dat extra deel in schijf 2. En zodra je boven 79.137 euro uitkomt, valt het deel boven die grens in schijf 3, waar bijna de helft aan inkomstenbelasting wordt afgedragen (49,50 procent marginaal).
Let op: je “gaat meer inkomstenbelasting betalen” zodra je een drempel overschrijdt, maar dat slaat altijd op het extra deel van je inkomen. Je volledige inkomen springt dus niet ineens naar een hoger tarief. Je houdt hierdoor altijd netto meer over wanneer je bruto meer gaat verdienen, ook als je een nieuwe schijf aantikt.
Voorbeelden uit de praktijk
– Verdien je 38.500 euro in 2026? Dan blijft je hele inkomen in schijf 1. Het tarief is 35,70 procent over dit deel (exclusief heffingskortingen).
– Verdien je 40.000 euro in 2026? Dan valt 38.883 euro in schijf 1 (35,70 procent) en 1.117 euro in schijf 2 (37,56 procent). Alleen die 1.117 euro wordt dus tegen het hogere tarief belast.
– Verdien je 80.000 euro in 2026? Dan betaal je 35,70 procent over de eerste 38.883 euro, 37,56 procent over het deel van 38.883 euro tot en met 79.137 euro, en 49,50 procent over de 863 euro die boven 79.137 euro uitkomt. Je volledige inkomen wordt dus niet tegen 49,50 procent belast; alleen het topje boven de drempel.
Deze voorbeelden laten zien hoe het marginaal belasten werkt. De werkelijke belastingdruk kan afwijken door heffingskortingen en andere fiscale regelingen die voor jou van toepassing zijn.
Heffingskortingen
Naast de schijven spelen heffingskortingen een grote rol in de uiteindelijke inkomstenbelasting. De algemene heffingskorting en de arbeidskorting verlagen het bedrag dat je moet afdragen. Die kortingen nemen af naarmate je inkomen stijgt, en dat gebeurt al ruim voordat je de hoogste schijf bereikt.
Voor 2026 is de maximale arbeidskorting vastgesteld op 5.712 euro. Het afbouwpunt ligt op 45.593 euro: daarboven wordt de korting minder naarmate je inkomen verder toeneemt. Hoeveel je precies aan korting krijgt, hangt af van je belastbare inkomen. In veel gevallen wordt de loonheffingskorting via je werkgever toegepast, zodat je dit niet zelf hoeft aan te vragen. Controleer wel altijd of de juiste loonheffingskorting op je loonstrook staat, zeker als je meerdere banen of wisselende inkomsten hebt.
Wat betekent dit voor jouw portemonnee
Of je in 2026 meer of minder inkomstenbelasting betaalt dan in 2025, hangt af van je persoonlijke situatie. De lagere eerste schijf kan voor sommige inkomens een klein voordeel opleveren, terwijl het iets hogere tarief in schijf 2 voor anderen de rekening weer iets verhoogt. Door de hogere schijfgrenzen vallen sommige inkomens wat langer in de lagere schijf, wat de effecten kan dempen. En vervolgens spelen heffingskortingen mee, die bij hogere inkomens geleidelijk verdwijnen en zo je uiteindelijke belastingdruk verhogen.
Een praktische aanpak is om rond de jaarwisseling je verwachte jaarinkomen te toetsen en – als je inkomen wisselt – te bekijken of een voorlopige aanslag of aanpassing daarvan handig is. Ontvang je in december een bonus of 13e maand? Dan kan die je in 2026 net over een drempel tillen. Het is geen reden om extra inkomsten te mijden, maar wel iets om rekening mee te houden zodat de nettoverrassing kleiner is.
Veelgemaakte misverstanden
– “Als ik een hogere schijf aantik, hou ik netto minder over dan daarvoor.” Niet waar. Het hogere tarief geldt alleen voor het deel boven de grens; per saldo ga je er bij extra inkomen nog steeds op vooruit.
– “Iedereen betaalt hetzelfde percentage.” Nee, het stelsel is progressief. Je effectieve (gemiddelde) belastingdruk ligt lager dan je hoogste (marginale) tarief doordat het inkomen in stappen wordt belast en heffingskortingen meetellen.
Checklist om verrassingen te voorkomen
– Controleer of je loonheffingskorting goed staat ingesteld, zeker bij meerdere banen.
– Kijk naar je verwachte jaarinkomen: tik je een van de schijfgrenzen (38.883 of 79.137 euro) aan?
– Houd rekening met afbouw van de arbeidskorting vanaf 45.593 euro.
– Overweeg een voorlopige aanslag of aanpassing als je inkomen flink afwijkt van eerdere jaren.
Kernachtig samengevat
In 2026 betaal je 35,70 procent over je belastbaar inkomen tot en met 38.883 euro, 37,56 procent over het deel tussen 38.883 en 79.137 euro en 49,50 procent over alles daarboven. De grenzen liggen dus iets hoger dan in 2025, het tarief in schijf 1 is iets lager en schijf 2 iets hoger. Heffingskortingen – met name de arbeidskorting (maximaal 5.712 euro, afbouw vanaf 45.593 euro) – bepalen daarnaast in belangrijke mate hoeveel je uiteindelijk afdraagt. Wil je weten wat dit concreet voor jou betekent? Bekijk je verwachte jaarinkomen, check je loonstrook en maak zo nodig een persoonlijke berekening. Heb je vragen of ervaringen over de nieuwe schijven? Laat ons weten wat jij merkt in je nettoloon via onze sociale kanalen.
Bron: metronieuws.nl
