Een 25-jarige man uit Afghanistan zorgt voor ophef nadat hij een aangeboden woning in het Flevolandse dorp Marknesse heeft geweigerd. Zijn reden is opvallend: hij zegt dat hij bang is te vereenzamen en kampt met mentale problemen. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) stelt dat hij daarmee zijn kans op een woning heeft verspeeld. De zaak belicht opnieuw de spanning tussen regels, beleid en menselijkheid binnen het Nederlandse asielsysteem.
Van vluchteling tot woningaanbod
De jonge Afghaan kwam in maart vorig jaar naar Nederland, na een lange en gevaarlijke reis vanuit zijn thuisland. Volgens het COA kreeg hij uitzonderlijk snel een woning toegewezen. Al na twee maanden liet de gemeente Noordoostpolder weten dat er woonruimte voor hem beschikbaar was. Waar veel asielzoekers jaren moeten wachten, kreeg hij binnen korte tijd een kans om een nieuw bestaan op te bouwen.
De woning bevond zich in Marknesse, een rustig dorp met zo’n 2.000 inwoners. In mei van dit jaar zou hij daarheen kunnen verhuizen. Toch besloot hij het aanbod af te slaan – nog voordat hij het huis met eigen ogen had gezien. Zijn verklaring: angst en mentale onrust.
‘Ik wil niet in een dorp wonen’
Tijdens gesprekken met medewerkers van het COA legde de man uit waarom hij de woning niet wilde accepteren. Hij kent er niemand, spreekt de taal niet en vreest dat hij volledig geïsoleerd zal raken. “Ik ben bang om alleen te zijn,” vertelde hij volgens bronnen aan Tubantia. “Ik heb hier geen familie, alleen een paar vrienden. Dat is het enige wat me op de been houdt. Van binnen ben ik gewoon een klein kind. Ik kan het niet alleen.”
De asielzoeker gaf aan dat het leven in Nederland zwaar voor hem is. De aanhoudende onzekerheid, de taalbarrière en het gebrek aan sociale contacten zouden zijn mentale gezondheid onder druk zetten. “Ik wil niet in een dorp wonen waar niemand me begrijpt. Dan voel ik me nog eenzamer dan ik nu al ben.”
COA waarschuwt voor consequenties
Het COA probeerde hem te overtuigen om de woning toch te accepteren, maar maakte duidelijk dat weigeren gevolgen zou hebben. Volgens de regels vervalt het recht op bemiddeling zodra een statushouder een woning afwijst. Toch bleef de man bij zijn besluit. Hij weigerde niet alleen de woning, maar ook om het asielzoekerscentrum te verlaten toen hem dat werd gevraagd.
Voor het COA was dat het breekpunt. De organisatie besloot de zaak aan de rechter voor te leggen. “We hebben te maken met een tekort aan woningen en strikte procedures,” aldus een woordvoerder. “Als iemand zonder geldige reden een woning weigert, kunnen we geen uitzondering maken.”
Taalproblemen en psychische klachten
De Afghaanse man verblijft inmiddels anderhalf jaar in Nederland, maar spreekt nauwelijks Nederlands. Ook Engels beheerst hij niet, waardoor gesprekken vrijwel altijd via een tolk verlopen. In de rechtbank vertelde hij dat zijn psychische toestand een grote rol speelt in zijn beslissing.
“Ik kan niet alles uitleggen, want dan begin ik te huilen,” zei hij met gebroken stem tegen de rechter. “De woning was niet slecht, maar het voelde als een klap in mijn gezicht. Ik voelde me niet klaar om alleen te wonen.” Volgens hem was het geen kwestie van onwil, maar van angst en wanhoop.
Opname na zelfmoordpoging
Uit rechtbankdocumenten blijkt dat de man eind mei in het ziekenhuis werd opgenomen nadat hij chloortabletten had ingenomen in een poging zijn leven te beëindigen. Volgens zijn verklaring gebeurde dat uit pure wanhoop. Hij vreest dat hij opnieuw in de problemen zal komen als hij wordt gedwongen om alleen in een dorp te wonen.
“Als ik daar moederziel alleen terechtkom, weet ik niet wat er met me gebeurt,” zei hij tijdens de zitting. “Ik heb hulp nodig, geen huis waarin ik opgesloten raak met mijn eigen gedachten.”
COA: ‘We hebben alles gedaan wat we konden’
Het COA stelt dat het zich maximaal heeft ingespannen om de man te begeleiden. Volgens de organisatie had hij nooit eerder melding gemaakt van mentale problemen. “Pas nadat hij de woning weigerde, kwam dit naar voren,” zegt een vertegenwoordiger van het COA. “We hebben meerdere gesprekken gevoerd en hem gewezen op de gevolgen. Hij koos er bewust voor om het aanbod niet te accepteren.”
De Afghaan weerspreekt dat fel. “Ze weten alles van mij,” zei hij tijdens de rechtszitting. “Iedereen die me kent, weet dat ik psychisch niet stabiel ben. Ik krijg medicijnen om te kunnen slapen. Ik ben in therapie, maar het gaat langzaam omdat ik de taal niet goed spreek.”
Angst voor dakloosheid
De jongeman vreest nu dat hij zonder onderdak zal komen te zitten. Hij zegt dat hij nergens heen kan en bang is om op straat te belanden. Zijn advocaat benadrukt dat zijn cliënt niet weigert uit onwil, maar uit angst. “Hij begrijpt de consequenties niet volledig, mede door de taalbarrière en zijn mentale toestand,” aldus de advocaat.
De raadsman van het COA ziet dat anders. “Er is voldoende hulp beschikbaar,” zegt hij. “VluchtelingenWerk, de gemeente en de opvanginstanties bieden begeleiding. Maar hij moet wel verantwoordelijkheid nemen voor zijn eigen keuzes. We kunnen niet blijven helpen als iemand weigert mee te werken.”
Discussie over menselijke maat
De zaak zorgt voor verhitte discussies over de manier waarop Nederland omgaat met kwetsbare asielzoekers. Critici stellen dat het COA te weinig oog heeft voor de psychische gezondheid van statushouders, zeker van mensen die traumatische ervaringen hebben meegemaakt. “Je kunt iemand die nog in therapie is niet zomaar in een dorp neerzetten waar niemand zijn taal spreekt,” zegt een hulpverlener die anoniem wil blijven.
Anderen vinden juist dat het COA gelijk heeft. Nederland kampt met een groot woningtekort, en het weigeren van een woning zou de doorstroom verder blokkeren. “Als iedereen een tweede kans krijgt, loopt het systeem vast,” zegt een beleidsmedewerker. “We moeten consequent blijven, hoe moeilijk dat soms ook is.”
Verdeelde reacties online
Ook op sociale media zorgt het verhaal voor felle meningen. Veel Nederlanders reageren verontwaardigd dat iemand een woning weigert terwijl duizenden mensen al jaren op een wachtlijst staan. “Het moet niet gekker worden,” schrijft een gebruiker op X (voorheen Twitter). “Een huis aangeboden krijgen en dan zeggen dat je het niet wil? Onbegrijpelijk.”
Anderen tonen juist begrip. “Deze man is duidelijk niet stabiel,” reageert een ander. “Dan kun je hem niet zomaar in een afgelegen dorp zetten. Hij heeft hulp nodig, geen straf.” De verdeeldheid laat zien hoe gevoelig het onderwerp ligt: tussen empathie en rechtvaardigheid, tussen regels en medemenselijkheid.
Rechtszaak op 4 november
De zaak tussen het COA en de Afghaanse man wordt op 4 november behandeld. De rechter moet bepalen of het COA terecht heeft gehandeld door geen tweede woning aan te bieden, en of de man nog recht heeft op opvang. De uitspraak kan een belangrijk precedent scheppen voor toekomstige gevallen waarin asielzoekers een woning weigeren.
Als de rechter meegaat met het COA, betekent dat dat weigering van een woning in de toekomst vrijwel altijd zal leiden tot uitsluiting van verdere hulp. Een beslissing die niet alleen over regels gaat, maar over de vraag hoeveel ruimte er nog is voor begrip binnen een strak systeem.
Tussen regels en realiteit
De situatie van de jonge Afghaan legt de spanning bloot tussen wet en menselijkheid. Aan de ene kant het COA, dat vastzit aan beleid en woningtekorten; aan de andere kant een man die worstelt met trauma’s, taalproblemen en psychische pijn. Zijn verhaal herinnert eraan dat achter elke dossiercode een mens schuilgaat – iemand met een verleden, angsten en een hoop op een beter leven.
Wat de rechter op 4 november ook besluit, de zaak in Marknesse zal nog lang blijven hangen. Niet alleen als juridische kwestie, maar als pijnlijk voorbeeld van hoe moeilijk het is om regels te handhaven zonder de menselijke maat uit het oog te verliezen.