Boodschappen doen is voor veel Nederlanders een dure aangelegenheid geworden. Vooral A-merken zijn flink in prijs gestegen, waardoor een simpel bezoek aan de supermarkt een flinke hap uit het budget neemt. Sinds 2020 zijn de prijzen van bekende merken zoals Calvé, Iglo, Campina en Lay’s gemiddeld met maar liefst 42 procent gestegen.
De prijsstijgingen blijven doorgaan. In 2024 zijn A-merken opnieuw gemiddeld 8 procent duurder geworden ten opzichte van 2023. Maar hoe komt dat? Waarom blijven huismerken relatief betaalbaar? En hoe kun je slim besparen op je dagelijkse boodschappen?
Uit onderzoek van de Consumentenbond blijkt dat sommige producten extreem in prijs zijn gestegen. Een pak Iglo spinazie à la crème kost nu 51 procent meer dan een jaar geleden. Appelsientje sinaasappelsap is 43 procent duurder geworden, en een pot Calvé mayonaise kost je tegenwoordig 40 procent meer. Zelfs basisproducten zoals Bertolli olijfolie (+40%) en Omo waspoeder (+34%) zijn flink in prijs verhoogd.
Nog een paar opvallende prijsstijgingen: een Unox Gelderse rookworst kost nu 26 procent meer, Appelsientje appelsap is met 23 procent gestegen en Campina roomboter is ook 23 procent duurder. Verder zijn Lassie zilvervliesrijst en Lay’s Max ribbelchips beide met 22 procent in prijs omhoog gegaan. Dit betekent dat een standaard boodschappenlijstje nu veel duurder uitvalt dan een paar jaar geleden.
Maar waarom worden A-merken zoveel duurder? De oorzaken zijn divers. Ten eerste zijn de kosten voor grondstoffen, energie en transport enorm gestegen. Producenten van A-merken opereren vaak in complexe internationale ketens, waarbij elke schakel duurder is geworden. Denk aan stijgende prijzen voor olie, graan en zuivel, en aan logistieke kosten die door de energiecrisis zijn toegenomen.
Daarnaast investeren A-merken veel geld in marketing. Waar huismerken zich richten op de prijsbewuste consument, proberen A-merken hun premium imago te behouden met grootschalige reclamecampagnes. Die kosten worden uiteraard doorberekend aan de consument.
Bovendien speelt inflatie een grote rol. De nasleep van de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne hebben wereldwijd de prijzen opgedreven. Sommige bedrijven maken hier slim gebruik van door hun prijzen extra te verhogen, onder het mom van “onvermijdelijke kostenstijgingen”. Dit fenomeen wordt “greedflation” genoemd: bedrijven verhogen hun prijzen meer dan strikt noodzakelijk om extra winst te maken.
Opvallend genoeg blijven huismerken grotendeels betaalbaar. Supermarkten als ALDI, Dirk en Lidl zijn gemiddeld 7 tot 8 procent goedkoper dan andere ketens, en hun huismerken stijgen minder in prijs dan de bekende A-merken.
Dat komt doordat huismerken vaak in grote volumes en lokaal worden geproduceerd. Daarnaast besparen ze flink op marketingkosten, wat direct terug te zien is in de prijs. Supermarkten willen hun huismerken bovendien aantrekkelijk geprijsd houden om klanten te behouden, zeker in tijden van economische onzekerheid.
Sinds 2020 zijn de prijzen van huismerkproducten gemiddeld met 30 procent gestegen, terwijl A-merken met 42 procent omhooggingen. Hierdoor is het prijsverschil tussen A-merken en huismerken opgelopen tot 54 procent. Vooral bij non-foodproducten, zoals wasmiddelen en shampoo, zijn de prijsverschillen enorm. Zelfs als A-merken in de aanbieding zijn, blijven ze vaak duurder dan hun huismerkvariant.
Waar kun je dan het goedkoopst boodschappen doen? De Consumentenbond vergeleek de prijzen van huismerken bij dertien supermarktketens. De goedkoopste supermarkten zijn: ALDI en Dirk (beide 8% goedkoper dan gemiddeld), gevolgd door Vomar (7%), Lidl (7%) en Deka en Hoogvliet (3%).
Aan de andere kant zijn sommige supermarkten juist fors duurder. Poiesz is zelfs 24 procent duurder dan gemiddeld, terwijl Spar 15 procent duurder uitvalt. Dit komt vaak door hun locatie (kleinere dorpen of stadscentra) en een beperkter inkoopvolume, waardoor ze minder kunnen besparen op schaalvoordelen.
Wil je besparen op je boodschappen? Overweeg dan deze slimme tips:
- Kies vaker voor huismerken: In veel gevallen zijn de ingrediënten en de kwaliteit vergelijkbaar met A-merken. Test verschillende huismerkvarianten om te ontdekken dat je vaak geen verschil proeft.
- Vergelijk supermarkten: Prijzen kunnen per supermarkt flink variëren. Winkelen bij goedkopere supermarkten zoals ALDI, Lidl of Dirk kan jaarlijks veel geld schelen.
- Let op aanbiedingen, maar blijf kritisch: A-merken zijn vaak in de aanbieding, maar zelfs dan kunnen ze nog duurder zijn dan huismerken. Check altijd de prijs per kilo of liter.
- Koop in bulk: Producten die lang houdbaar zijn, zoals pasta, rijst en wasmiddel, kun je in grote hoeveelheden inslaan als ze in de aanbieding zijn.
- Vermijd dure convenience-producten: Kant-en-klare maaltijden, voorgesneden groenten en verpakte snacks zijn vaak duurder dan zelf koken met verse ingrediënten. Zelf bereiden is niet alleen goedkoper, maar ook gezonder.
Gaan boodschappen ooit weer goedkoper worden? De kans is klein. De kosten voor grondstoffen, energie en transport blijven hoog, en producenten blijven deze doorberekenen aan de consument.
Inflatie blijft bovendien een rol spelen. Prijzen kunnen incidenteel dalen als supermarkten concurreren, maar structurele dalingen lijken onwaarschijnlijk.
Het goede nieuws? Er zijn alternatieven. Huismerken bieden vaak dezelfde kwaliteit voor een lagere prijs, en door slim te winkelen kun je de impact van prijsstijgingen beperken.
De sleutel tot besparen ligt in vergelijken, kritisch blijven en flexibel zijn in je keuzes. Uiteindelijk is het niet het merk dat bepaalt hoeveel je uitgeeft, maar jouw slimme aanpak bij het boodschappen doen.
Bron: Trendyvandaag.nl