Op het nulpunt van een kernexplosie loopt de temperatuur op tot een duizelingwekkende 100 miljoen graden Celsius. Dat is heter dan de kern van de zon. Iedereen die zich daar bevindt, wordt in een fractie van een seconde compleet verbrand. Er blijft niets over dan koolstof.
Maar de verwoesting beperkt zich niet tot het epicentrum. Binnen een straal van acht kilometer lopen mensen derdegraads brandwonden op. De huid blaren, zenuwen worden vernietigd. Zelfs op elf kilometer afstand kun je nog eerste- of tweedegraads brandwonden oplopen, afhankelijk van kleding en weersomstandigheden.
Wat veel mensen vergeten, is dat licht sneller reist dan hitte. Bij een nucleaire ontploffing betekent dat: tijdelijke blindheid. Op een heldere dag kunnen mensen tot 21 kilometer afstand verblind raken door de flits. In het donker is dat effect nog groter. Dan kan de lichtflits tot 85 kilometer verderop tijdelijk zicht uitschakelen, door de verwijding van de pupillen.
En dan moet de schokgolf nog komen. Binnen een straal van zes kilometer haalt de wind een snelheid van meer dan 255 kilometer per uur. Dat is genoeg om huizen met de grond gelijk te maken en mensen meters ver door de lucht te slingeren. Dichter bij de ontploffing kunnen windsnelheden oplopen tot 750 kilometer per uur. De druk is daar zo groot dat hele gebouwen als luciferdoosjes worden geplet.
Zelfs als je de hitte overleeft, vormen instortende muren of rondvliegende brokstukken nog steeds een dodelijk gevaar. En dan is er nog het stralingsgevaar. Een ontploffing aan de grond brengt radioactief stof—bekend als fall-out—tot honderden kilometers verderop. De lucht, de bodem en het water raken besmet.
Wetenschappers hebben zelfs sporen van oude kernproeven uit de Koude Oorlog aangetroffen in de Marianentrog, het diepste punt van de oceaan. Dat zegt genoeg over hoe ver radioactieve deeltjes zich kunnen verspreiden.
Je kansen op overleving nemen toe als je je op 30 tot 40 kilometer afstand bevindt, binnenshuis bent, en aan de kant waar de wind de straling vandaan blaast. Maar zelfs dan is er geen zekerheid. Een simulatie uit 2019 liet zien dat een wereldwijde kernoorlog binnen enkele dagen kan leiden tot een nucleaire winter. De landbouw zou instorten, ecosystemen raken uit balans, en de voedselketen zou bezwijken.
Vandaag de dag zijn er wereldwijd nog altijd ruim 12.000 kernkoppen. De dreiging is dus niet puur hypothetisch. Afstand is geen garantie op veiligheid. Maar in een rampenscenario kan elk extra kilometer het verschil betekenen tussen leven en dood.