Op 1 juli breekt niet alleen de tweede helft van het jaar aan, maar veranderen er zoals elk jaar ook weer allerlei regels die direct invloed hebben op je dagelijkse leven en je portemonnee.
De overheid past op deze datum traditioneel meerdere wetten en financiële regelingen aan, en dat ga je als burger zeker merken – of je nu werkt, huurt, rijdt of alimentatie betaalt. Hieronder een overzicht van de belangrijkste veranderingen waar je vanaf komende maandag rekening mee moet houden.
Een van de meest directe gevolgen is dat het minimumloon omhooggaat. Mensen die op minimumloon werken, gaan er ongeveer 2,5 procent op vooruit. Dat betekent concreet dat een 15-jarige voortaan 4,32 euro per uur verdient, in plaats van de eerdere 4,22. Voor volwassenen van 21 jaar en ouder stijgt het loon van 14,06 naar 14,40 euro per uur. Het is geen enorme sprong, maar elk extra beetje telt – zeker in tijden van hoge prijzen. Omdat uitkeringen gekoppeld zijn aan het minimumloon, stijgen ook die bedragen mee. Wie dus afhankelijk is van een bijstandsuitkering, AOW of Wajong-uitkering, merkt dit eveneens in het maandelijkse bedrag dat wordt uitgekeerd.
Ook voor huurders staat er verandering op de agenda. De huren van sociale huurwoningen mogen vanaf 1 juli met maximaal 5 procent worden verhoogd. En dat is niet alles: voor zogenoemde ‘scheefwoners’ – mensen die eigenlijk te veel verdienen voor een sociale huurwoning – mogen verhuurders zelfs nog verder gaan.
Voor hen mogen de maandlasten stijgen met 50 of zelfs 100 euro per maand, afhankelijk van het exacte inkomen. De eerdere plannen om de huren tijdelijk te bevriezen zijn van tafel sinds de val van het kabinet, waardoor deze verhogingen nu doorgaan. Het is een maatregel die voor veel huurders direct merkbaar zal zijn in hun budget.
Voor mensen met kinderen die gescheiden zijn en kampen met schulden, verandert er ook iets belangrijks. Kinderalimentatie krijgt namelijk voorrang op andere betalingsverplichtingen. Dat houdt in dat alimentatie voor kinderen voortaan eerst moet worden voldaan, voordat schuldeisers recht hebben op geld. Daarmee komt de belangen van kinderen nadrukkelijker op de eerste plaats in schuldsituaties.
Ook op het gebied van vervoer verandert er wat. Zo krijgen BSO-bussen – dat zijn de voertuigen waarmee buitenschoolse opvang kinderen vervoert – vanaf 1 juli een kentekenplicht. Voor nieuwe voertuigen geldt dit meteen, voor bestaande exemplaren is er een overgangsperiode van een jaar. Op termijn moet dus elke BSO-bus voorzien zijn van een officieel kentekenplaatje. Datzelfde geldt voor e-steps. Hoewel er op dit moment nog geen e-steps officieel zijn toegelaten op de openbare weg in Nederland, maakt de kentekenplicht duidelijk dat er wel degelijk beweging zit in de regelgeving. Zodra modellen goedgekeurd worden, zullen ze ook aan deze kentekenregel moeten voldoen.
Tot slot is er goed nieuws voor wie een rijbewijs B heeft en van grotere voertuigen houdt. Vanaf 1 juli mag je met een gewoon autorijbewijs ook achter het stuur kruipen van een elektrische vrachtwagen of camper tot 4250 kilo. Tot nu toe lag die limiet op 3500 kilo, maar omdat elektrische voertuigen vaak zwaarder zijn vanwege hun accu’s, is die grens nu opgerekt. Belangrijk detail: je moet je rijbewijs al minstens twee jaar in bezit hebben om van deze regeling gebruik te maken.
Met deze aanpassingen laat de overheid zien dat wetgeving voortdurend in beweging is – soms in jouw voordeel, soms wat minder prettig. Hoe dan ook is het slim om te weten waar je aan toe bent zodra de kalender op 1 juli springt. Want of je nu huurder, chauffeur, werknemer of ouder bent: de veranderingen komen eraan, en de impact is groter dan je denkt.
