Het virus
Het virus dat de suikereekhoorn bij zich droeg was bekend bij de dierenarts en kwam met name voor bij wasberen, konijnen, cavia’s, hamsters, enz. De dokter had het diertje uit voorzorg geïsoleerd om besmettingen te voorkomen.
Gelukkig voor Jonathan en het personeel van de kliniek, zijn mensen immuun voor het virus. Hij was opgelucht, maar had ondanks dit alles geen spijt dat hij het diertje had meegenomen. Hij had in ieder geval geprobeerd om het beestje te redden.
Jonathan had inmiddels een sterke bank gekregen met dit speciale diertje en wilde er zeker van zijn dat de suikereekhoorn het virus zou overleven. Hij vroeg de dierenarts om hem op de hoogte te houden en een paar weken later kreeg hij een telefoontje…
De afgelopen weken waren zenuwslopen geweest en Jonathan had nog iedere dag aan zijn nieuwe vriendje gedacht. Hij vreesde voor het ergste, omdat hij al zo lang niets had vernomen van het dierenziekenhuis.
De dierenarts vertelde Jonathan dat er nieuws was en dat Jonathan meteen naar het ziekenhuis moest komen. Jonathan twijfelde geen moment en was bang dat er iets verschrikkelijks was gebeurd.
De dierenarts keek Jonathan aan en stelde hem toen een verrassende vraag. “Heb je al een naam gekozen voor de suikereekhoorn?” Jonathan was stil en ineens voelde hij zich compleet opgelucht. Hij koos voor de naam Monkey!
Op dat moment kwam de assistente binnenlopen en ze bracht de suikereekhoorn mee. De dierenarts vertelde dat het diertje helemaal hersteld was van het virus en het erg goed ging. Helaas kon het diertje niet terug worden gezet in het wild en de arts vroeg Jonathan of hij het diertje mee naar huis wilde nemen.
Jonathan was dolgelukkig en nam met veel plezier zijn kleine vriendje mee naar huis. De dagen erna zorgde hij met al zijn kunnen voor het diertje, tot hij merkte dat Monkey naar buiten wilde.
Hij voelde dat iets niet helemaal klopte. Lees snel verder op de volgende pagina!