Het is bijna een traditie geworden: nog voordat het koffertje op Prinsjesdag officieel wordt geopend, liggen de belangrijkste plannen al op straat. Ook dit jaar is de miljoenennota voortijdig ingezien door journalisten. Daaruit blijkt dat Nederlanders in 2026 gemiddeld iets meer te besteden krijgen. Toch waarschuwt demissionair minister van Financiƫn Eelco Heinen (VVD) in zijn voorwoord dat het land voor grote keuzes staat. Volgens hem gaat het economisch gezien goed, maar moeten we alert blijven om welvarend en veilig te blijven.
Optimisme, maar ook waarschuwingen
In zijn introductie bij de begroting schetst Heinen een dubbel beeld. Enerzijds is hij optimistisch: Nederland heeft sterke fundamenten, de economie groeit en er is ruimte voor koopkrachtverbetering. Anderzijds benadrukt hij dat dit geen vanzelfsprekendheden zijn. āWe staan op een keerpunt,ā schrijft hij. āKeuzes zijn nodig om te zorgen dat we een welvarend en veilig land blijven.ā
Hij roept op tot samenwerking, zowel in eigen land als op Europees niveau. Daarbij pleit hij voor meer begrip over en weer: het gelijk van de ƩƩn hoeft niet automatisch het ongelijk van de ander te zijn. Volgens Heinen is het cruciaal dat politieke en maatschappelijke partijen elkaar weten te vinden in de verantwoordelijkheid voor de toekomst.
Koopkracht: voor bijna iedereen een plus
Centraal in de begroting staan de koopkrachtcijfers. Alle huishoudens gaan er gemiddeld 1,3 procent op vooruit. Dat is vooral te danken aan een verhoging van de arbeidskorting, een belastingvoordeel voor mensen die werken. Tegelijkertijd wordt de eerste schijf van de inkomstenbelasting verhoogd, waardoor iedereen, dus ook niet-werkenden, iets meer belasting betaalt. Per saldo blijft er toch een klein plusje over in de portemonnee.
De verdeling van de koopkrachtverbetering laat zien dat sommige groepen er meer op vooruitgaan dan andere. Lage inkomens stijgen gemiddeld 1,2 procent, uitkeringsgerechtigden 1,3 procent. Gepensioneerden spannen de kroon met een plus van 1,5 procent. De hoogste inkomens, vanaf drie keer modaal, komen uit op 1,3 procent.
Voor het kabinet is het belangrijk dat juist kwetsbare groepen niet achterblijven. Daarmee wil men voorkomen dat de kloof tussen rijk en arm verder oploopt, een thema dat de afgelopen jaren regelmatig tot maatschappelijk debat leidde.
Economische vooruitzichten
De ramingen van het Centraal Planbureau die aan de miljoenennota ten grondslag liggen, schetsen een redelijk stabiel beeld. De economie groeit dit jaar met 1,6 procent en volgend jaar met 1,4 procent. Daarmee blijft Nederland netjes meedraaien binnen de eurozone.
Opvallend is de ontwikkeling van de inflatie. Waar die de afgelopen jaren ongekend hoog opliep, wordt nu uitgegaan van 2,3 procent. Dat is nog steeds hoger dan in sommige buurlanden, maar wel een forse verbetering ten opzichte van de piekjaren 2022 en 2023. Voor consumenten betekent dit dat hun koopkrachtstijging niet direct weer wordt opgeslokt door stijgende prijzen.
Extra geld voor gevangenissen
Naast de financiƫle kernpunten bevat de miljoenennota ook specifieke beleidskeuzes. Zo komt er extra geld voor het gevangeniswezen, een wens die eerder al nadrukkelijk was uitgesproken door de opgestapte PVV-staatssecretaris Ingrid Coenradie. Zonder die investering zouden gevangenen mogelijk weken eerder vrij moeten komen door cellentekorten en gebrek aan personeel.
Het kabinet trekt vanaf 2028 nog eens 35 miljoen euro per jaar uit, oplopend tot 50 miljoen vanaf 2030. Hiermee hoopt men de druk op het gevangeniswezen te verlichten en de veiligheid in detentiecentra te verbeteren.
Onderwijs en zorg
Een andere opvallende maatregel is dat de eerder aangekondigde bezuiniging op de onderwijskansenregeling wordt teruggedraaid. Deze regeling biedt steun aan scholen in kwetsbare wijken, waar leerlingen extra begeleiding nodig hebben. Volgens ingewijden heeft de Kamer stevig gelobbyd om dit besluit te herzien.
Ook de zorg blijft een terugkerend punt van aandacht. De zorgpremie gaat licht omhoog, van gemiddeld 1876 euro per jaar naar 1908 euro. Dat komt neer op net iets minder dan drie euro per maand extra. Het uiteindelijke bedrag wordt nog door verzekeraars bepaald, maar volgens de berekeningen van het kabinet zijn grote stijgingen niet te verwachten.
Al eerder uitgelekte plannen
Verschillende onderdelen van de begroting waren al eerder uitgelekt. Zo werd bekend dat het kabinet 2,6 miljard euro uittrekt voor de aanpak van de stikstofproblematiek. Dit geld gaat naar maatregelen die al eerder aangekondigd zijn: uitkoop van boeren die vrijwillig willen stoppen, innovatieve oplossingen, herstel van natuur en steun voor regioās waar de situatie nijpend is.
Daarnaast blijft de accijnskorting op benzine nog een jaar bestaan. Dat kost de schatkist 1,6 miljard euro. Het geld moet ergens vandaan komen, en dus sneuvelt de herinvoering van rode diesel voor de landbouw. Voor boeren die daarop hoopten, is dat een flinke domper.
Ook komt er een investering van bijna een half miljard euro in de techsector. Het kabinet wil hiermee de internationale positie van Nederland als innovatieland versterken. Tegelijkertijd wordt de nationale CO2-heffing voor de industrie feitelijk buiten werking gesteld, een besluit dat naar verwachting tot veel discussie gaat leiden. Voorstanders zien het als verlichting voor de industrie, tegenstanders vrezen dat Nederland hierdoor zijn klimaatdoelen minder snel haalt.
Balanceren tussen investeren en besparen
Wat de miljoenennota vooral laat zien, is dat het kabinet moet laveren tussen investeringen en bezuinigingen. Aan de ene kant wil men koopkrachtverbetering bieden, kwetsbare groepen beschermen en economische groei stimuleren. Aan de andere kant zijn er harde keuzes nodig om de begroting sluitend te houden.
Minister Heinen benadrukt dat dit soort afwegingen horen bij het bestuur van een welvarend land. āWe moeten ons realiseren wat er op het spel staat,ā schrijft hij. āAlleen door verantwoordelijkheid te nemen, kunnen we de toekomst veiligstellen.ā
Conclusie: kleine plusjes, grote keuzes
Voor de meeste Nederlanders levert de miljoenennota een licht positief beeld op. Er komt een beetje extra koopkracht, de inflatie lijkt onder controle en grote bezuinigingen op onderwijs en zorg blijven grotendeels uit. Toch is de boodschap van het kabinet duidelijk: Nederland staat voor belangrijke keuzes.
Of het nu gaat om stikstof, klimaat, justitie of samenwerking in Europa, de komende jaren zullen bepalen of de huidige welvaart behouden blijft. Voor nu kan de gemiddelde Nederlander opgelucht ademhalen: er komt iets meer ruimte in de portemonnee. Maar achter de schermen gaat de strijd over de grote lijnen onverminderd door.