In Nederland staan we bekend om onze goed georganiseerde infrastructuur en uitgebreide openbaarvervoernetwerk. Toch dreigt een flinke domper voor reizigers die afhankelijk zijn van de trein.

Staatssecretaris Chris Jansen heeft aangekondigd dat het kabinet volgend jaar geen financiƫle steun zal verlenen om de stijgende tarieven van de NS te verzachten. Daarmee lijkt een forse prijsstijging op het spoor onvermijdelijk, en dat baart veel mensen zorgen.
Waar reizigers dit jaar nog enigszins werden ontzien door een gezamenlijke bijdrage van het kabinet en de NS, zal die verlichting volgend jaar dus uitblijven. Vorig jaar werd met 42 miljoen euro aan overheidsgeld de prijsverhoging beperkt tot 6 procent in plaats van 12 procent.
Dit jaar echter moeten treinreizigers mogelijk de volledige prijsstijging slikken, zonder steun vanuit Den Haag. Daarmee dreigt het reizen per trein opnieuw een stuk duurder te worden, wat vooral mensen met een kleine beurs hard kan raken.
De staatssecretaris benadrukte dat hij āscherp heeft gekekenā naar mogelijke financiĆ«le ruimte, maar dat het beschikbare geld hard nodig is voor andere cruciale zaken.
De middelen uit het Mobiliteitsfonds zijn volgens Jansen noodzakelijk voor de aanleg en het onderhoud van infrastructuur en om tegenvallers op te vangen. Een greep uit die pot zou betekenen dat belangrijke projecten zouden sneuvelen, en daar kiest het kabinet niet voor.
Dat betekent dat de NS naar alternatieve maatregelen moet kijken om de kosten enigszins te drukken. Er wordt bijvoorbeeld gesproken over het schrappen van ritten op rustige trajecten. Daarmee kan de NS besparen op kosten, maar het zou ook de bereikbaarheid van kleinere dorpen en regioās in gevaar kunnen brengen. De vrees leeft dat hiermee opnieuw de grote steden bevoordeeld worden ten koste van landelijke gebieden.
Ook wordt er nagedacht over het spreiden van de prijsstijging over meerdere jaren. Dat zou betekenen dat reizigers niet in ƩƩn klap worden geconfronteerd met een forse stijging, maar dat de verhoging stap voor stap wordt doorgevoerd. Deze optie biedt enige verlichting op korte termijn, maar zorgt uiteindelijk nog steeds voor fors duurdere treinkaartjes.
Staatssecretaris Jansen benadrukt dat er nog onderhandeld wordt met de NS over de exacte invulling van de maatregelen. Hij belooft de Tweede Kamer voor de zomer te informeren over de uitkomsten van deze gesprekken. Tot die tijd blijven reizigers in onzekerheid over de hoogte van hun reiskosten volgend jaar.
De forse prijsverhoging roept bredere vragen op over de toegankelijkheid van het openbaar vervoer in Nederland. Treinreizen worden voor veel mensen steeds minder aantrekkelijk, zeker als de kosten blijven stijgen zonder dat daar betere service of voorzieningen tegenover staan. In een tijd waarin duurzaamheid en mobiliteit hoog op de politieke agenda staan, lijkt dit een opmerkelijke ontwikkeling.
Kabinet helpt dit jaar niet om duurdere NS-kaartjes tegen te gaan, mogelijk 12 procent prijsstijging https://t.co/IullyOuDa8
— Hart van Nederland (@HartvNL) April 26, 2025
Bovendien speelt er nog een ander probleem: als treinreizen duurder worden, stappen meer mensen mogelijk over op de auto. Dat kan leiden tot extra files, hogere CO2-uitstoot en meer druk op de wegen. Terwijl Nederland juist streeft naar een duurzamer mobiliteitsbeleid, werkt deze prijsontwikkeling die ambitie tegen.
In het debat over openbaar vervoer wordt vaak benadrukt dat een betaalbare treinverbinding essentieel is voor de economische kansen van burgers. Studenten, forenzen en mensen met lagere inkomens zijn extra afhankelijk van goede en betaalbare verbindingen. Als treinreizen te duur worden, dreigt een deel van de bevolking buitenspel te worden gezet.
Ook werkgeversorganisaties en reizigersverenigingen maken zich zorgen over de aangekondigde prijsstijgingen. Zij pleiten voor een structurele aanpak om het treinverkeer betaalbaar te houden. Er wordt gesuggereerd om bijvoorbeeld werkgevers meer te laten bijdragen aan de reiskosten van hun medewerkers of om op Europees niveau afspraken te maken over duurzame mobiliteit.
De NS zelf zit ondertussen ook in een lastige positie. Door inflatie, hogere energiekosten en gestegen lonen zijn de kosten enorm toegenomen. Zonder prijsverhogingen zou de spoorvervoerder te maken krijgen met tekorten die de kwaliteit van het spoorvervoer kunnen aantasten. Tegelijkertijd kan een al te forse stijging reizigers wegjagen, waardoor de inkomsten verder dalen.
Om die vicieuze cirkel te doorbreken, zijn creatieve oplossingen nodig. Er wordt onder andere gekeken naar variabele tarieven, waarbij reizigers buiten de spits goedkoper kunnen reizen. Ook investeringen in efficiƫntere treinen en technologieƫn kunnen helpen om de kosten op langere termijn te drukken.
Al met al is duidelijk dat het openbaar vervoer in Nederland op een kruispunt staat. De keuzes die nu worden gemaakt, hebben invloed op de bereikbaarheid, duurzaamheid en inclusiviteit van ons land in de komende decennia. Staatssecretaris Jansen en de NS hebben dus een grote verantwoordelijkheid om samen tot een evenwichtige oplossing te komen.
Treinreizen moet toegankelijk blijven voor iedereen ā niet alleen voor mensen die het zich kunnen veroorloven. Het maatschappelijk belang van goed openbaar vervoer mag niet onderschat worden. Hopelijk slaagt de overheid er alsnog in om samen met de NS een plan te presenteren dat recht doet aan de belangen van reizigers Ć©n de noodzaak tot financiĆ«le duurzaamheid.
De komende maanden zijn cruciaal. Voor de zomer zal duidelijk worden hoe duur het treinkaartje volgend jaar echt wordt. Tot die tijd houden treinreizigers hun adem in.