De achterafbetaaldienst Klarna verdient geld aan de incassokosten die klanten betalen wanneer ze te laat zijn met aflossen. Maar volgens een recente uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland is dat niet zomaar toegestaan. De rechter vindt namelijk dat Klarna feitelijk leningen verstrekt zonder zich aan de bijbehorende regels te houden. Daardoor kunnen mensen die extra kosten hebben betaald mogelijk geld terugkrijgen.
De zaak kwam aan het licht na vijf rechtszaken tegen verschillende achterafbetaaldiensten. Twee van die zaken waren specifiek gericht tegen Klarna. De kosten die het bedrijf rekent bij te late betalingen zijn vastgesteld op 7,50 euro voor aankopen onder de 20 euro, en 13,50 euro voor bestellingen daarboven. In sommige gevallen kunnen die oplopen tot wel 15 procent van het oorspronkelijke factuurbedrag. Dat bedrag telt volgens de rechter mee als verdienmodel van Klarna — en dat mag niet zomaar.
Achteraf betalen klinkt eenvoudig en lijkt iets anders dan een lening. Maar in deze situatie ziet de rechter het wel degelijk als een zogenoemd consumentenkrediet. En bij een krediet gelden strengere regels. Zo moet een bedrijf waarschuwen dat geld lenen geld kost, en moet het controleren of de klant het bedrag überhaupt wel kan terugbetalen. Klarna heeft dit volgens de rechter in de betreffende gevallen nagelaten. Dat betekent dat de kosten die consumenten betaalden bovenop hun oorspronkelijke factuur ongeldig zijn verklaard.
Voor mensen die ooit een boete of incassokosten aan Klarna hebben betaald, biedt dit mogelijk perspectief. Het is nog niet precies duidelijk hoe de terugbetaling van die kosten in z’n werk zal gaan. Wel is de kans groot dat als je nog openstaande incassokosten hebt, je die niet meer hoeft te voldoen. Omdat Klarna in meerdere rechtszaken is verwikkeld, is het goed mogelijk dat er in de toekomst nog meer duidelijkheid komt over de regels en de gevolgen voor klanten.
Het gebruik van achterafbetaaldiensten is in Nederland bijzonder populair, vooral onder jongeren. Uit een onderzoek van EenVandaag blijkt dat vier op de tien Nederlanders weleens achteraf betaalt voor online aankopen. Onder jongeren is dat percentage nog hoger. Bijna de helft van alle Nederlanders tussen de 16 en 27 jaar heeft inmiddels financiële schulden. Ongeveer 52 procent van deze groep maakt gebruik van betaalapps als Klarna en Riverty of van creditcards om aankopen uit te stellen.
Die ontwikkeling baart financiële toezichthouders zorgen. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft eerder al aangegeven zich “ernstige zorgen” te maken over de opkomst van achterafbetaaldiensten onder jongeren. Het probleem zit hem vooral in het feit dat het betalingsgemak het zicht op de financiële risico’s vertroebelt. Mensen nemen ongemerkt schulden op zich, vaak zonder te beseffen dat ze er rente of incassokosten over moeten betalen — totdat het te laat is.
Het is daarom belangrijk om alert te zijn als je gebruikmaakt van dit soort diensten. Ook als je in het verleden een boete hebt gekregen of extra hebt betaald bij een achterafbetaling, kan het lonen om uit te zoeken of je geld terug kunt vragen. Op dit moment is het nog afwachten hoe Klarna en mogelijk ook andere diensten zullen reageren op de rechterlijke uitspraken. Maar deze zaak kan wel eens grote gevolgen hebben voor hoe deze bedrijven hun diensten aanbieden en hun kostenstructuur opbouwen.
Wil je weten of jij ook recht hebt op teruggave? Dan is het verstandig om je betaalgeschiedenis bij Klarna na te kijken. Mogelijk volgt binnenkort meer informatie over hoe consumenten hun geld kunnen terugvragen. Klarna zelf heeft nog niet gereageerd op de recente uitspraak, maar gezien het aantal lopende rechtszaken lijkt dit onderwerp voorlopig nog niet van tafel.