Hij staat daar. De ruiter, vol goede moed, zadel strak, beugels op maat. Klaar om de show te stelen. Maanden trainen, oefenen, vallen, opstaan. Alles in de hoop dat zijn paard een sprongetje zou maken over een lullig hekje. Een sprongetje maar. Maar nee. Het dier, beter bekend als de frikandel op pootjes, besluit dat dit zijn moment is om glansrijk te falen.
Geen aanloop, geen flair, gewoon stilstand. Alsof hij wil zeggen: “Succes ermee, maar zonder mij.” En je ziet het direct: de ruiter weet zeker dat dit niet aan hem ligt. Echt niet. Het ligt honderd procent aan het paard. Dat beest heeft gewoon geen talent.
Want zeg nou zelf, wat is een paard waard als hij niet eens over een mini-hekje kan komen? Je verwacht kracht, souplesse, een beetje sportieve inzet. Maar dit exemplaar heeft meer weg van een luie puber die liever op de bank blijft liggen. Geef hem een stal en een baal hooi, en hij is helemaal tevreden. Maar zodra er iets van prestatie verwacht wordt? Vergeet het maar.
De frustratie spat eraf. Je ziet de ruiter denken: hoe kan het dat ik hier al mijn tijd, geld en energie in steek, en dat dit de uitkomst is? Een dier dat meer weg heeft van een fastfoodsnack dan van een topsporter. Hij lijkt niet gebouwd voor springen, maar voor liggen. En kauwen. En iedereen gek maken.
En dan komt de wrange grap: frikandellen. Want ja, daar zit dus écht paardenvlees in. Verrassing. Je dacht waarschijnlijk dat je alleen kip, varken en een beetje geheim kruidenmengsel naar binnen werkte. Maar nee, paardenvlees hoort er ook bij. En precies op dit moment zie je het voor je. Dit paard, verpakt in deeg, met een klodder mayo en curry. Ineens smaakt die frikandel toch net even anders.
Misschien ben je er nu wel helemaal klaar mee. Misschien denk je: bedankt, nu hoef ik nooit meer een frikandel. Maar dat is dan weer winst voor ons. Meer overblijven. Meer snacks. Eén mislukte sprong voor de mensheid, één extra frikandel voor de rest.
Terwijl de ruiter druipt van zweet en frustratie, is de keuze eigenlijk snel gemaakt. Waarom nog langer investeren in een hobby die je bankrekening leegzuigt, je vrije tijd opslokt en je humeur verpest? Half miljoen per jaar erin en dit is wat je krijgt: een paard dat weigert een halve meter te springen. Het is alsof je een Ferrari koopt en ontdekt dat hij alleen achteruit rijdt.
Dus nee, hij is er klaar mee. Tijd voor een andere hobby. Tennis misschien, of vissen, of gamen. Alles waar je geen stal voor hoeft uit te mesten, geen hoefsmid voor hoeft te bellen en geen tranen hoeft te laten omdat je ‘atleet’ besluit dat hij vandaag liever niks doet.
En eerlijk is eerlijk: niemand zit te wachten op het beeld van een volwassen vent die wanhopig probeert een frikandel op pootjes in beweging te krijgen. Het is eerder tragikomisch dan spectaculair. Je zou bijna zeggen: laat dit podium maar aan iemand anders. Misschien is het zelfs leuker om een meisje te zien rijden, iemand met flair, enthousiasme en een pony die tenminste doet wat er gevraagd wordt.
Bekijk de video hier:
Maar voor nu blijft dit beeld hangen. De weigering. Het ongemak. Het falen. Een paard dat niet springt maar blijft staan. Een ruiter die nog één keer diep zucht. En jij, die nooit meer hetzelfde naar een frikandel gaat kijken.