Wat zien mensen op het grensvlak tussen leven en dood? Over bijna-doodervaringen bestaan uiteenlopende theorieën. Het ene kamp wijst op neurologische processen: een brein dat zuurstof tekortkomt, grijpt terug op herinneringen aan veiligheid en geluk om ons te sussen. Het andere kamp ziet juist ruimte voor het transcendente, zeker wanneer stervenden religieuze beelden rapporteren. Tegen die achtergrond springt het verhaal van Beverley Brodsky in het oog: zij is ervan overtuigd dat haar ervaring een ontmoeting met het goddelijke was.
Theorieën over bijna-doodervaringen
Wetenschappers beschrijven bijna-doodervaringen vaak als een combinatie van fysiologie en verwachting. Zodra het lichaam uitvalt, kunnen hallucinaties, een tunnelgevoel en fel licht optreden door veranderingen in hersenactiviteit. Culturele en religieuze verwachtingen kleuren vervolgens wat iemand denkt te zien. Zo kan wie gelooft in engelen, engelen zien; wie opgroeide met andere beelden, ziet die terug. Het verklaart waarom verhalen op elkaar lijken, maar toch per persoon verschillen.
Voor gelovigen en voor een deel van de ervaringsdeskundigen is dat te karig. Zij wijzen op de consistentie van thema’s als onvoorwaardelijke liefde, alomtegenwoordig licht en een intens gevoel van betekenis. Wat daar ook van zij, het fenomeen blijft intrigeren. De levensloop van Beverley Brodsky laat zien hoe zo’n ervaring een wereldbeeld kan kantelen.

Het ongeluk in Los Angeles
Brodsky groeide op in Philadelphia, in een conservatief joods gezin. De gruwelen van de Holocaust brachten haar al jong aan het twijfelen over geloof; ze noemde zichzelf vanaf 1958 atheïst. In 1970, op twintigjarige leeftijd, verandert haar leven abrupt. Tijdens een rit nabij Sunset Boulevard in Los Angeles raakt ze betrokken bij een zwaar motorongeluk. Ze loopt een schedelbreuk op en ernstige verwondingen aan de rechterkant van haar gezicht. Twee weken ligt ze in het ziekenhuis, balancerend tussen waken en bewusteloosheid.
In die periode beleeft ze wat zij later haar bijna-doodervaring zal noemen. Ze herinnert zich dat ze boven haar eigen lichaam zweefde, los van pijn en paniek. Ze voelt zich begeleid door een aanwezigheid die ze als engel duidt, en ervaart een overgang door een smalle, donkere doorgang.
Een tunnel, een licht en een aanwezigheid
Volgens Brodsky opent zich aan het einde van die doorgang een intense, levende gloed. Niet hard of verblindend, maar warm en intelligent. In dat licht ervaart ze liefde, wijsheid en een omvattende waarheid. Ze beschrijft een communicatie zonder woorden, direct en volledig, alsof kennis in één keer in haar stroomt. De begeleiding voelt persoonlijk, troostend en doelgericht, alsof ze ergens verwacht wordt.
Het beeld is klassiek voor veel bijna-doodverslagen: een tunnel, een licht, een gids. Tegelijk benadrukt Brodsky dat elk detail voor haar werkelijker aanvoelde dan alledag. Tijd lijkt weg te vallen. De ervaringen hebben volgens haar een helderheid die het gewone bewustzijn overstijgt.
Een wezen zonder vorm
Het wezen dat zij ontmoet, heeft volgens Brodsky geen vaste vorm en geen geslacht. Ze vergelijkt het met wit licht waarin alle kleuren besloten liggen, zoals bij een prisma. In die aanwezigheid voelt ze zich volledig gekend en geaccepteerd. Ze spreekt van een diep besef: dit is God. In dat moment voelt ze zich een met een alomvattende kennis, alsof antwoorden op talloze levensvragen in haar worden geopend. Toch ervaart ze de ontmoeting niet als een eindpunt, maar als het begin van een zoektocht.
Die formulering is tekenend voor haar latere leven. De ervaring is minder een verklaring, meer een uitnodiging om anders te kijken naar betekenis, liefde en verantwoordelijkheid. Waar ze eerder afstand hield van religie, raakt ze hier doordrongen van het idee dat het heilige zich kan tonen buiten woorden en vormen om.
Van scepticus naar gelovige
Brodsky’s achtergrond maakt de ommekeer des te opvallender. Haar vroegere atheïsme was gevoed door morele verontwaardiging: hoe kan een goede God bestaan na de Holocaust? Na het ongeluk en de ervaring verandert haar positie. Ze omarmt het christelijk geloof en begint haar verhaal te delen. Niet als bewijs, zegt ze, maar als getuigenis. De ervaring heeft haar leven richting gegeven, van de manier waarop ze naar lijden kijkt tot hoe ze met anderen omgaat.
In haar publieke optredens gaat Brodsky vaak in op die spanning: de wreedheid van de wereld tegenover de liefde die zij in het licht ervoer. Ze erkent het raadsel, maar stelt dat de ontmoeting haar houvast gaf om met dat raadsel te leven. Voor haar werd geloof geen eenvoudig antwoord, maar een relatie met het mysterie dat ze God noemt.

Kader en debat
Onderzoekers naar bijna-doodervaringen, onder wie de psycholoog Kenneth Ring met wie Brodsky sprak, verzamelen al decennialang verslagen als het hare. Dergelijke casussen worden geanalyseerd op patronen: het tunnelmotief, het losraken van het lichaam, levensoverzichten, ontmoetingen met een entiteit van licht. Tegelijk waarschuwen wetenschappers dat herinneringen beïnvloed kunnen zijn door cultuur, verwachtingen en de werking van een kwetsbaar brein in een extreme toestand.
Beide perspectieven bestaan naast elkaar. Voor sommigen zijn NDE’s een venster op iets dat groter is dan wijzelf. Voor anderen blijven het neurologische fenomenen die veel zeggen over het brein, maar niets over het hiernamaals. Brodsky’s verhaal illustreert hoe krachtig zulke ervaringen kunnen inwerken op identiteit en overtuiging, ongeacht de verklaring die je kiest.
Reacties en gevolgen
Religieuze lezers vinden in Brodsky’s relaas herkenning, zeker in de nadruk op liefde, waarheid en compassie. Sceptici wijzen op het patroon dat past in bekende neurologische verklaringen. Medisch personeel dat met stervenden werkt, herkent soms elementen uit haar verhaal in wat patiënten beschrijven. Wat je interpretatie ook is, het geval-Brodsky maakt duidelijk dat betekenis in de beleving centraal staat: wie zoiets ervaart, komt vaak anders terug.
Voor Brodsky persoonlijk leidde de ervaring tot een blijvende verschuiving. Ze spreekt open over haar geloof, deelt haar verhaal en benadrukt dat ze sindsdien anders leeft: met meer aandacht, meer empathie, en met een besef dat het alledaagse doortrokken kan zijn van het bijzondere. Daarmee sluit haar getuigenis aan bij een bredere stroom van NDE-verhalen die niet zozeer willen overtuigen, maar willen vertellen wat er voor de betrokkene op het spel stond.
Samenvatting en vooruitblik
De bijna-doodervaring van Beverley Brodsky laat zien hoe één gebeurtenis iemands levensloop kan buigen. Haar verhaal staat tussen wetenschap en spiritualiteit in: het voedt het debat, maar ontsnapt aan een sluitende verklaring. Of je het ziet als breinfenomeen of als ontmoeting met het goddelijke, de impact is onmiskenbaar. De vraag die blijft: wat betekenen zulke ervaringen voor hoe we leven, rouwen en hopen? We volgen het onderzoek en de persoonlijke verhalen die blijven komen. Deel vooral jouw visie of ervaring via onze sociale media: we lezen graag mee.
Bron: mancho.be





