Vanaf volgend jaar dreigt de afvalstoffenheffing voor miljoenen Nederlandse huishoudens flink te stijgen. Dit blijkt uit nieuwe plannen van het kabinet, zoals beschreven in de voorjaarsnota.

De Nederlandse Vereniging voor Reinigingsdiensten (NVRD) sloeg hierover alarm in het AD, waarbij ze waarschuwt dat burgers opnieuw de rekening gepresenteerd krijgen. Waar de lasten oorspronkelijk bij bedrijven lagen, lijken deze nu te worden doorgeschoven naar de gewone inwoners.
Volgens Wendy de Wild, directeur van de NVRD, draait de overheid een eerder ingenomen principe terug. De belasting op verbranding van restafval, die bedoeld was voor bedrijven om vervuiling tegen te gaan, wordt geschrapt. Die belasting zou milieuvriendelijk gedrag van bedrijven moeten stimuleren, maar in plaats van te vergroenen, lijkt het kabinet nu te versoberen. De gevolgen komen volgens De Wild direct terecht bij gemeenten en dus bij de burger.
Afvaldiensten moeten ergens hun kosten verhalen, en dat betekent in de praktijk vaak een hogere afvalstoffenheffing. Deze heffing is een gemeentelijke belasting die wordt gebruikt om het ophalen en verwerken van huishoudelijk afval te financieren. Wanneer gemeenten ineens miljoenen aan extra kosten moeten dekken, is het onvermijdelijk dat deze lasten via hogere tarieven bij huishoudens terechtkomen.
Het motto ‘de vervuiler betaalt’, ooit een fundament van het milieubeleid, lijkt hiermee onder druk te staan. In plaats van bedrijven verantwoordelijk te houden voor hun impact op het milieu, wordt nu van inwoners verwacht dat zij deze kosten dragen. Volgens critici is dit niet alleen oneerlijk, maar ook schadelijk voor het draagvlak onder milieubeleid. Het kan ertoe leiden dat mensen zich minder verantwoordelijk voelen om hun afval goed te scheiden.
De Wild vreest dat dit beleid een domino-effect zal hebben. Gemeenten hebben namelijk weinig speelruimte in hun begroting, zeker met stijgende kosten voor onder meer energie, personeel en infrastructuur. Een hogere afvalstoffenheffing zou bovendien harder aankomen bij gezinnen met een lager inkomen, waardoor juist de kwetsbaarste groepen worden geraakt. En dat terwijl afval een basisvoorziening is waarop iedereen moet kunnen rekenen.
Eerder waren er juist inspanningen om afvalscheiding te stimuleren door burgers financieel te belonen voor milieuvriendelijk gedrag. Met deze koerswijziging lijkt het kabinet af te stappen van die benadering. In plaats van belonen wordt er nu gestraft, wat de motivatie om te recyclen of bewust met afval om te gaan ernstig kan ondermijnen. Experts vrezen dan ook dat het positieve effect van jaren aan bewustwording verloren gaat.
Ook op politiek niveau is er kritiek. Verschillende partijen hebben al aangegeven dat zij vrezen voor een onevenredige lastenverzwaring voor huishoudens. Daarbij wordt opgemerkt dat veel huishoudens al kampen met hogere kosten voor energie, boodschappen en huur. Een nieuwe belastingdruk is voor velen simpelweg onhoudbaar, zeker als de lasten van bedrijven worden doorgeschoven naar burgers.
Deze ontwikkeling roept bredere vragen op over de rolverdeling tussen overheid, burgers en bedrijven als het gaat om milieukosten. Wie hoort eigenlijk de rekening te betalen voor vervuiling? En hoe zorg je ervoor dat de vervuiler daadwerkelijk verantwoordelijk wordt gehouden, zonder de samenleving als geheel te benadelen? Het is een discussie die verder reikt dan alleen de afvalstoffenheffing.
Hoewel nog niet definitief, lijkt het erop dat de kabinetsmaatregel al stevig wordt bekritiseerd nog voordat deze officieel is ingevoerd. Gemeenten en belangenorganisaties proberen de politiek te bewegen tot heroverweging, maar of dat nog lukt is onzeker. Wat wel duidelijk is: als dit plan doorgaat, zullen burgers dat voelen in hun portemonnee.
De verschuiving van kosten van bedrijven naar burgers is een trend die steeds vaker lijkt voor te komen. Of het nu gaat om energietransitie, afvalverwerking of klimaatmaatregelen, de burger draait uiteindelijk op voor de rekening. Om draagvlak te behouden, moet beleid niet alleen duurzaam, maar ook sociaal rechtvaardig zijn.
Iedere Nederlander heeft recht op een schone en betaalbare leefomgeving. Milieubeleid hoort niet te worden betaald door wie het minst vervuilt, maar door degenen die daadwerkelijk bijdragen aan het probleem. De overheid moet dit beginsel niet loslaten.
Laat jouw mening horen: moet de burger opdraaien voor kosten die ooit bij het bedrijfsleven lagen? Deel je visie en discussieer mee op onze Facebookpagina.
Bron: hartvannederland.nl