De winter van 1978/1979 blijft in de herinnering van velen gegrift als een van de strengste en meest onvoorspelbare winters ooit in Nederland. Kenmerkend voor deze winter was de constante afwisseling van dooi en vorst, wat leidde tot unieke en uitdagende omstandigheden. Deze periode liet een onuitwisbare indruk achter op iedereen die het meemaakte.
De combinatie van ijzel en sneeuwstormen zorgde voor grote problemen in het weg- en luchtverkeer. Vooral in de drie noordelijke provincies Friesland, Groningen en Drenthe was de impact enorm. Treindiensten moesten drastisch worden beperkt vanwege de hinder van stuifsneeuw. Dorpen op het platteland raakten compleet geïsoleerd door metershoge sneeuwduinen die opgewaaid waren. Deze isolatie leidde ertoe dat hele gemeenschappen afgesneden waren van de buitenwereld. Lees snel verder op de volgende pagina.