Nederlandse zorgverzekerden zien in 2026 opnieuw stevige verschillen in hun maandpremie voor dezelfde wettelijke basisverzekering. Uit een analyse van ZorgKiezer blijkt dat de afstand tussen de goedkoopste en duurste polis is opgelopen tot 511 euro per jaar. Daarmee ligt het record hoger dan in 2025, toen het verschil 433 euro bedroeg. De vraag wat een basisverzekering precies kost en waarom dat per verzekeraar zo uiteenloopt, dringt zich daarmee opnieuw op.
Recordverschil in premies zet markt op scherp
De goedkoopste basispolis komt volgend jaar uit op 142,40 euro per maand. Het gaat om VinkVink, een label van Menzis dat vooral inzet op een digitale aanpak en selectieve zorginkoop. Aan de bovenkant prijkt de vrije-keuzepolis van a.s.r. met een maandpremie van 185 euro. Op jaarbasis is het verschil ruim 40 euro per maand, voor hetzelfde door de overheid vastgestelde basispakket.
Wat kost de basisverzekering in 2026?
De prijs die consumenten betalen, hangt sterk samen met het type polis. Budget- en naturapolissen zijn doorgaans scherper geprijsd, met beperkter vrije keuze en een nauwe samenwerking met gecontracteerde zorgaanbieders. Restitutie- of vrije-keuzepolissen bieden meer keuzevrijheid, maar zijn merkbaar duurder in de premie. De cijfers van ZorgKiezer maken duidelijk dat de premieverschillen tussen deze polistypen en tussen merken verder zijn opgelopen.
Grillige premiestromen zonder heldere lijn
ZorgKiezer noemt de premiestanden voor 2026 “opvallend grillig”: 19 basispremies dalen, 25 stijgen en 20 blijven gelijk. Een eenduidige trend ontbreekt. Dat draagt bij aan het gevoel bij consumenten dat de zorgmarkt onvoorspelbaar is. Terwijl het basispakket wettelijk gelijk is, leiden keuzes in inkoop, service en productstrategie tot uiteenlopende prijzen bij verzekeraars.
Beperkte keuzevrijheid in de praktijk
De politiek benadrukt al jaren dat keuzevrijheid een hoeksteen van het zorgstelsel is. In de praktijk stappen Nederlanders echter relatief weinig over. Uit eerdere consumentenonderzoeken blijkt dat administratieve drempels, onzekerheid over voorwaarden en de angst om bij de verkeerde zorgverlener uit te komen, een overstap in de weg staan. Wie wel wisselt, merkt vaak dat de verschillen subtiel zijn: de dekking van het basispakket is gelijk, maar de keuzeruimte, service en contractering van zorgaanbieders kunnen aanzienlijk variëren.

Van solidariteit naar marktlogica
Sinds de stelselwijziging in 2006 is de zorg georganiseerd rond gereguleerde marktwerking. Verzekeraars concurreren op prijs en service binnen de grenzen van het basispakket. Critici stellen dat deze opzet de oorspronkelijke solidariteitsgedachte onder druk zet: marketingbudgetten nemen toe, terwijl contracten met zorgaanbieders strakker worden en de keuzevrijheid afhangt van het type polis. Verzekeraars benadrukken op hun beurt dat scherpe inkoop nodig is om de zorg betaalbaar te houden.
Druk op de middenklasse
De rekening komt niet voor iedereen even hard aan. Lage inkomens krijgen via de zorgtoeslag een deel van de premie gecompenseerd. Voor hogere inkomens zijn oplopende premies doorgaans draaglijker. De grootste druk ligt bij middeninkomens, die vaak net buiten de toeslag vallen en tegelijk stijgende lasten zien voor premie, eigen risico en eventuele aanvullende verzekeringen. Zij ervaren de jaarlijkse premiestijgingen het meest direct in hun maandbegroting.
Rol van politiek en toezichthouders
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) ziet toe op eerlijke concurrentie en transparantie. Toch klinkt al jaren kritiek dat de regie vanuit het Rijk en de toezichthouder tekortschiet om complexiteit en versnippering te verminderen. Kabinetten beloofden herhaaldelijk meer overzicht en heldere informatie voor verzekerden, maar de premiestromen en poliskeuzes blijven voor veel mensen lastig te doorgronden. De roep om simpeler producten, meer standaardisatie en duidelijkere vergelijkingsinformatie neemt daardoor toe.
Gevolgen in de zorgpraktijk
De discussies over premie en keuzevrijheid spelen tegen de achtergrond van druk op de zorgcapaciteit. Ziekenhuizen kampen met personeelstekorten, huisartsen melden overvolle spreekuren en in de ouderenzorg staan wachtlijsten onder spanning. In zo’n context kan selectieve inkoop helpen om doelmatigheid te bevorderen, maar het risico bestaat dat de toegang tot bepaalde zorgvormen verschraalt of regionaal ongelijk wordt, zeker voor verzekerden met een smalle keuzepolis.
Waarom lopen de premies zo uiteen?
Verschillen zijn te verklaren door meerdere factoren. Verzekeraars hanteren uiteenlopende inkoopstrategieën, serviceconcepten en risico-inschattingen. Bovendien kan een verzekeraar de premie dempen of verhogen op basis van reserves, marktaandeel of positionering van specifieke labels. Een label als VinkVink richt zich bijvoorbeeld op digitale zelfredzaamheid en een beperkt zorgnetwerk, wat kosten drukt. Een vrije-keuzepolis zoals die van a.s.r. kent juist hogere kosten door bredere toegang en minder strak gecontracteerde zorg.
Wat betekent dit voor de consument?
Voor verzekerden is het belangrijk om niet alleen naar de prijs te kijken, maar ook naar de praktische gevolgen. Wie vaak naar specifieke zorgverleners gaat of waarde hecht aan vrije keuze, kan met een duurdere polis beter uit zijn. Wie vooral basiszorg gebruikt en weinig specifieke voorkeuren heeft, kan juist besparen met een scherp geprijsde naturapolis. Transparantie over gecontracteerde zorg, vergoedingspercentages en eventuele voorwaarden maakt hier het verschil.
Wat nu? Mogelijke richtingen
Het debat over de toekomst van het stelsel kent grofweg twee lijnen. Voorstanders van marktwerking pleiten voor verdere vereenvoudiging van polissen, actieve overstimulering en strengere transparantie-eisen om concurrentie echt te laten werken. Critici zien meer in een terugkeer naar eenvoud en collectieve solidariteit, met minder varianten en een hogere mate van centrale regie. Beide benaderingen hebben als doel de betaalbaarheid en toegankelijkheid te borgen, maar verschillen in de weg daar naartoe.
Slot
Het nieuwe recordverschil van 511 euro per jaar maakt duidelijk hoe sterk de premie uiteen kan lopen voor dezelfde basisverzekering. Dat voedt de discussie over overzicht, eerlijkheid en keuzevrijheid in de zorg. Of de oplossing nu wordt gezocht in betere marktwerking of in meer centrale sturing: verzekerden hebben baat bij helderheid en voorspelbaarheid. De komende maanden zal blijken hoe politiek, toezichthouders en verzekeraars die verwachtingen concreet willen invullen. Wat vindt u: moet de zorg simpeler en centraler, of juist competitiever en transparanter? Reageer op onze sociale media.
Bron: dagelijksestandaard.nl






